ECLI:NL:RBDHA:2024:11488

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
NL 23.31714
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke geschil over tijdelijke bescherming

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die een V-nummer heeft. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarin werd beslist dat hij niet valt onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Dit besluit werd genomen op 7 september 2023. Na het indienen van het bezwaar heeft de minister op 15 april 2024 beslist op het bezwaarschrift van verzoeker. Echter, verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen deze beslissing.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Het verzoek om voorlopige voorziening betreft zowel het primaire besluit als het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat er geen beroepsprocedure loopt tegen het laatste besluit, wat betekent dat verzoeker niet in aanmerking komt voor een voorlopige voorziening. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B.A. van der Wiel, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.31714

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [vnummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.K. Bulthuis),
en
de minister van Asiel en Migratie (voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid), verweerder [1]

Procesverloop

In het besluit van 7 september 2023 (primaire besluit) heeft verweerder beslist dat verzoeker niet valt onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft op 15 april 2024 beslist op het bezwaarschrift van verzoeker.
Verzoeker heeft geen beroep ingesteld tegen de beslissing op het bezwaarschrift.

Overwegingen

De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
Het verzoek om voorlopige voorziening gaat over het primaire besluit en het bestreden besluit. De voorzieningenrechter constateert dat tegen dat laatste besluit geen beroepsprocedure loopt. Alleen als dat wel het geval is, kan iemand een verzoek om voorlopige voorziening doen. Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van B.A van der Wiel, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.