ECLI:NL:RBDHA:2024:11427
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing tegemoetkoming aanschafkosten voertuig defensieambtenaar op basis van verhuizingseisen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2024, wordt het beroep van eiser, een defensieambtenaar uit Curaçao, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor tegemoetkoming in de aanschafkosten van een personenauto beoordeeld. Eiser had zijn aanvraag ingediend op basis van artikel 16 van het Verplaatsingskostenbesluit Defensie (VKBD), maar deze werd afgewezen door verweerder, de Commandant Zeestrijdkrachten, met het argument dat er geen sprake was van een verhuizing zoals bedoeld in artikel 15 van het VKBD.
Eiser was sinds 11 juli 2022 werkzaam op Marinebasis Parera in Curaçao en had huisvesting van rijkswege gekregen. Hij had een auto aangeschaft en verzocht om tegemoetkoming in de kosten. Verweerder stelde dat de tegemoetkoming alleen kan worden verleend als er ook aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van transportkosten, wat veronderstelt dat er sprake is van een verhuizing. De rechtbank oordeelt dat de uitleg van verweerder over het begrip 'verhuizing' redelijk is, aangezien eiser op de marinebasis verblijft en geen eigen huishouding voert.
De rechtbank concludeert dat de voorwaarden voor tegemoetkoming in de aanschafkosten niet zijn vervuld, omdat de situatie van eiser niet valt onder de definitie van verhuizing zoals die in het VKBD is vastgelegd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag door verweerder. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.