ECLI:NL:RBDHA:2024:11376

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
NL24.24688 en NL24.25638
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overdracht naar Portugal

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2024 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, een moeder en haar minderjarige kinderen, hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had echter op 14 juni 2024 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen, met als argument dat Portugal verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvragen op basis van de Dublin-overeenkomst. Hierop hebben de verzoekers beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 2 juli 2024, maar de verzoekers zijn niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter geconstateerd dat er al een uitspraak was gedaan op de beroepen in samenhang met andere zaken, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 juli 2024 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.24688 en NL24.25638

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoekster], V-nummer: [V-nummer 1] mede namens haar minderjarige kinderen:
[kind 1] ,V-nummer: [V-nummer 2] en
[kind 2] ,V-nummer: [V-nummer 3] , eisers (gemachtigde: mr. J.M. Niemer),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: L. Verhaegh).

Procesverloop

Bij besluit van 14 juni 2024 heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Portugal verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaken NL24.24686 en NL24.25637, op 2 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.24686 en NL24.25637, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van
K.L.H. Thomas, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 juli 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.