ECLI:NL:RBDHA:2024:11371
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Pol, en de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. N. Mikolakzyk, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2024 uitspraak gedaan. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 6 juni 2024 door de minister was afgewezen als kennelijk ongegrond. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 10 juli 2024, waar verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL24.23807, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak verviel.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars - Mast, in aanwezigheid van griffier mr. J.A. Hessels, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.