ECLI:NL:RBDHA:2024:11303

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
C/09/667863 / KG ZA 24-527
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van de woning van meerderjarige zoon door ouders in kort geding

In deze zaak hebben de ouders van een meerderjarige zoon, die bij hen inwoont, een kort geding aangespannen om hun zoon te ontruimen uit hun woning. De ouders hebben herhaaldelijk aan hun zoon verzocht om de woning te verlaten en hem alternatieve woonruimte aangeboden, maar hij heeft hier geen gehoor aan gegeven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de zoon, geboren in 1995, niet is verschenen op de zitting en dat er verstek is verleend. De ouders hebben hun vordering om de woning te ontruimen onderbouwd met de stelling dat zij niet langer verplicht zijn bij te dragen aan de kosten van levensonderhoud van hun meerderjarige zoon. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De zoon moet de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis ontruimen, met afgifte van de sleutels. Tevens is bepaald dat de ouders de goederen van de zoon gedurende drie maanden moeten bewaren, waarna zij deze mogen verkopen of vernietigen indien de zoon niet in het aangeboden appartement gaat wonen. De kosten van de procedure worden door iedere partij zelf gedragen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/667863 / KG ZA 24-527
Vonnis in kort geding van 8 juli 2024
in de zaak van

1.[eiseres] te [woonplaats] ,2. [eiser] te [woonplaats] ,

eisers,
advocaat: mr. J.H. Weermeijer-Patist te Leiden,
tegen
[gedaagde]te [woonplaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als ‘de ouders’ en ‘ [gedaagde] ’.

1.De procedure

./. 1.1. De ouders hebben de dagvaarding doen uitbrengen overeenkomstig de aangehechte kopie en hebben ter zitting van 8 juli 2024 bij de daarin opgenomen eis volhard.
1.2.
[gedaagde] is behoorlijk opgeroepen tegen die terechtzitting, maar hij is daar niet verschenen. Uit het proces-verbaal van de deurwaarder volgt verder dat hij de dagvaarding op 18 juni 2024 onder de kamerdeur van [gedaagde] heeft geschoven, zodat aannemelijk is dat de dagvaarding hem tijdig heeft bereikt. Tegen [gedaagde] wordt verstek verleend.

2.De beoordeling van het geschil

2.1.
[gedaagde] , geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] , woont in bij zijn ouders in de woning aan het adres [adres 1] te ( [postcode 1] ) te [plaatsnaam 1] (hierna: de woning). Bij brieven van (onder meer) 3 november 2023, 2 februari, 15 april, 11 mei en 28 mei 2024 hebben de ouders [gedaagde] verzocht de woning per 1 juni 2024 te verlaten en om een eigen bestaan op te bouwen. Hierbij hebben zij aan [gedaagde] aangeboden om in een door hen aangekocht appartement aan de [adres 2] te ( [postcode 2] ) [plaatsnaam 2] (hierna: het appartement) te gaan wonen, onder de voorwaarde dat hij een huurovereenkomst aangaat. Verder hebben zij [gedaagde] verzocht om samen met hen een plan te maken voor de ontruiming. [gedaagde] heeft aan deze verzoeken geen gehoor gegeven.
2.2.
De ouders vorderen zoals vermeld in de dagvaarding. Samengevat vorderen zij [gedaagde] te veroordelen de woning te ontruimen en hen te machtigen de goederen van [gedaagde] op te mogen slaan in het appartement, dan wel om hen te machtigen deze goederen te laten vernietigen indien [gedaagde] niet binnen drie maanden zijn intrek in het appartement heeft genomen.
2.3.
De vordering komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat het met in achtneming van het navolgende en op de wijze zoals hierna vermeld wordt toegewezen.
2.4.
Aangezien [gedaagde] ouder is dan 21 jaar, zijn de ouders in beginsel niet meer verplicht om bij te dragen in de kosten van levensonderhoud van [gedaagde] . In het verlengde daarvan kan [gedaagde] er geen aanspraak op maken om bij zijn ouders in de woning te (blijven) wonen. De ontruiming met afgifte van de sleutels en het gebod om de woning enkel nog met toestemming van de ouders te betreden worden daarom toegewezen zoals in de beslissing vermeld.
2.5.
In de omstandigheid dat de ouders onweersproken hebben gesteld dat er veel spanningen zijn en omdat zij [gedaagde] alternatieve woonruimte en verdere hulp aanbieden, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de termijn waarbinnen [gedaagde] de woning moet ontruimen te bepalen op twee weken na betekening van dit vonnis.
2.6.
De bevoegdheid om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met hulp van de sterke arm van justitie volgt uit artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv. Dit deel van de vordering wordt daarom, bij gebrek aan belang, afgewezen.
2.7.
Ontruiming betekent dat [gedaagde] de woning met zijn goederen moet ontruimen. Voor het geval [gedaagde] niet zelf tot ontruiming overgaat, neemt de voorzieningenrechter tot uitgangspunt dat de ouders, op grond van zaakwaarneming, verplicht zijn deze goederen enige tijd voor [gedaagde] te bewaren, waarbij zij [gedaagde] in de gelegenheid moeten stellen deze goederen gedurende drie maanden (gratis) op te halen. Indien [gedaagde] niet in het appartement gaat wonen en hij de goederen niet opeist, mogen de ouders deze goederen verkopen, dan wel weggeven, dan wel vernietigen. De ouders mogen de goederen opslaan op een locatie naar wens, dus ook in het aan [gedaagde] te huur, dan wel te koop aangeboden appartement. Voor de opslag, het verkopen/weggeven/vernietigen is geen machtiging van de voorzieningenrechter vereist. Dit deel van de vordering wordt daarom, bij gebrek aan belang, afgewezen.
2.8.
In de familierechtelijke aard van dit geschil, wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis de woning aan het adres [adres 1] te ( [postcode 1] ) te ontruimen, met al zijn persoonlijke eigendommen en met afgifte van de sleutels;
3.3.
gebiedt [gedaagde] de woning ontruimd te houden en bepaalt dat hij de woning enkel mag betreden met toestemming van de ouders voor de duur die zij wensen;
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
3.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Vetter en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.
cw/wj