ECLI:NL:RBDHA:2024:11277

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
19 juli 2024
Zaaknummer
C/09/655492 / FA RK 23-7552
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een zorg- en opvoedingskwestie van een minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 juni 2024 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2010, die via een informele rechtsingang haar wensen heeft kenbaar gemaakt met betrekking tot de zorgregeling en het ouderlijk gezag. De minderjarige heeft verzocht om de zorgregeling te wijzigen zodat zij één keer per twee weken in het weekend bij haar moeder verblijft en dat haar vader alleen met het gezag over haar wordt belast. De ouders van de minderjarige zijn gescheiden en hebben gezamenlijk gezag over haar. De vader heeft tijdens de zitting aangegeven het eens te zijn met de verzoeken van de minderjarige, terwijl de moeder niet op de zitting is verschenen en niet heeft gereageerd op de brief van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige zich zonder tussenkomst van haar ouders tot de rechter kan wenden in zaken die haar verzorging en opvoeding betreffen. De rechtbank heeft besloten om een bijzondere curator te benoemen, mevrouw drs. J.L. (Lillian) van Wesemael, om de belangen van de minderjarige te behartigen. De bijzondere curator zal in gesprek gaan met de minderjarige en de ouders om de situatie te onderzoeken en aanbevelingen te doen. De rechtbank heeft verder besloten om iedere verdere beslissing over de zorg- en opvoedingstaken en het gezag aan te houden totdat het verslag van de bijzondere curator is ontvangen.

De rechtbank benadrukt het belang van onbelast contact tussen de minderjarige en haar moeder en heeft de ouders verzocht om volledige medewerking te verlenen aan de bijzondere curator. De ouders zijn ook geïnformeerd over de procedure en de rol van de bijzondere curator, die hen zal helpen bij het vinden van een oplossing die in het belang van de minderjarige is.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-7552
Zaaknummer: C/09/655492
Datum beschikking: 13 juni 2024

Informele rechtsingang – gezag en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op de op 19 oktober 2023 ingekomen brief van de minderjarige:

[de minderjarige] ,

hierna: [de minderjarige] ,
wonende te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats 1] ,
advocaat: mr. J.H. Weermeijer-Patist te Leiden,
en

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats 2] .

Procedure

In de op 19 oktober 2023 ingekomen brief heeft [de minderjarige] zich via de informele rechtsingang tot de rechtbank gewend. In haar brief schrijft zij dat zij liever een keer in de 14 dagen een weekend naar haar moeder wil gaan en dat haar vader alleen belast wordt met het ouderlijk gezag.
Op 28 november 2023 heeft [de minderjarige] haar verzoeken toegelicht in een gesprek met de kinderrechter.
Naar aanleiding van dit gesprek zijn de ouders van [de minderjarige] gevraagd hun mening te geven over het verzoek van [de minderjarige] . De rechtbank heeft daarop geen reactie ontvangen.
Op 16 mei 2024 is de zaak op een zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij is de vader verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming. De moeder is ook opgeroepen voor de zitting, maar zij is niet verschenen. Zij heeft zich in de ochtend van de zitting ziek gemeld.

Feiten

  • De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd geweest van [dag 1] 2010 tot [dag 2] 2015.
  • Zij zijn de ouders van de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2010 te [geboorteplaats] .
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige] uit.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 17 juli 2015 is – voor zover hier aan de orde – de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en is bepaald dat [de minderjarige] bij de vader zal zijn:
 van vrijdagmiddag uit school (14.30 uur) tot zondag aan het avondeten;
 twee weken in de zomervakantie;
 één week in de kerstvakantie, in de oneven jaren de eerste week en in de even jaren de tweede week;
 een deel van de overige vakanties, in onderling overleg te bepalen,
waarbij de vader [de minderjarige] zal ophalen en terugbrengen.
- Uit de uittreksels van het systeem op grond van de Wet basisregistratie personen (de Brp) staat [de minderjarige] sinds 18 juli 2023 ingeschreven op het adres bij de vader.

Het verzoek

[de minderjarige] heeft in haar brief gevraagd om de zorgregeling te wijzigen in die zin dat zij één keer per twee weken in het weekend bij haar moeder is en dat haar vader alleen met het gezag over haar wordt belast.

Het standpunt van de ouders

De moeder is niet op de zitting verschenen en zij heeft niet op de brief van de rechtbank gereageerd.
De vader heeft op de zitting laten weten dat hij het eens is met de verzoeken van [de minderjarige] .

Beoordeling

De rechtbank overweegt dat slechts in een aantal gevallen een minderjarige zich zonder tussenkomst van zijn wettelijk vertegenwoordiger(s) rechtstreeks tot de rechter kan wenden. In artikel 1:377g in samenhang met artikel 1:253a lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald welke gevallen dat zijn. De zorgregeling valt daaronder. Het gezag na ontbinding van het huwelijk valt daar ook onder, tenzij daarover in of na de echtscheidingsprocedure al eerder een beslissing is genomen. In dit geval is er niet eerder een beslissing genomen over het gezag. De rechtbank zal [de minderjarige] daarom ontvangen in haar verzoeken.
Zoals hiervoor al is genoemd heeft [de minderjarige] in een brief en in een gesprek met de kinderrechter via de informele rechtsingang het verzoek gedaan de zorgregeling met haar moeder te wijzigen en om het gezag van haar moeder over haar te beëindigen. De brief heeft [de minderjarige] verstuurd op 10 oktober 2023 en haar gesprek met de kinderrechter vond plaats op 28 november 2023. De kinderrechter betreurt dat het zo lang heeft geduurd voordat de zaak daarna op zitting is behandeld. De zaak is alleen met de vader en zijn advocaat besproken, omdat de moeder vanwege ziekte niet bij de zitting kon zijn.
Uit de brief en wat [de minderjarige] tijdens het gesprek met de kinderrechter heeft verteld, en uit wat de vader tijdens de zitting desgevraagd heeft verteld, is de rechtbank het volgende gebleken.
Sinds juli 2023 woont [de minderjarige] bij haar vader en staat zij op zijn adres ingeschreven en geldt er een zorgregeling waarbij zij ieder weekend bij haar moeder verblijft. De ouders hebben dit vastgelegd in een nieuw ouderschapsplan, dat niet is overgelegd. [de minderjarige] heeft in haar gesprek met de kinderrechter verteld dat zij minder vaak naar haar moeder toe wil gaan, namelijk om de week in het weekend en als het zo uit zou komen uit school met avondeten. Zij gaf daarvoor als reden dat er veel ruzie is bij de moeder thuis (waar ook haar stiefvader en twee stiefzusjes wonen) en dat zij zich daar niet prettig voelt. De vader is met [de minderjarige] naar de kinderarts geweest, omdat zij lichamelijke klachten had zoals constipatie en eczeem, wat mogelijk wordt veroorzaakt door stress die [de minderjarige] ervaart rondom het contact met haar moeder. [de minderjarige] kan zich bij de moeder emotioneel niet uiten, wat zich lijkt te uiten in een lichamelijke blokkade. Volgens de vader gaat [de minderjarige] sinds oktober 2023 naar haar moeder toe wanneer zij dat zelf wil, gemiddeld ongeveer één keer per maand. De vader heeft aangegeven dat het nu de wens is van [de minderjarige] dat zij naar haar moeder toe gaat wanneer zij dat zelf wil. De vader heeft verder verteld dat hij en de moeder geen contact hebben, maar dat het via zijn partner wel lukt om contact te hebben met de moeder. Ook heeft hij verteld dat [de minderjarige] een buddy heeft via het Centrum voor Jeugd en Gezin, waar zij mee kan praten.
Voorop staat dat het in het belang van [de minderjarige] is om onbelast contact met haar moeder te hebben. Vooralsnog acht de rechtbank het ook van belang dat er een minimale vaste regeling zal zijn tussen de moeder en [de minderjarige] , zodat het contact wel gewaarborgd wordt.
Het is helaas al enige tijd geleden dat de kinderrechter met [de minderjarige] heeft gesproken en er is in de tussentijd het een en ander gewijzigd. Daarnaast was de moeder niet aanwezig bij de zitting en is dus onduidelijk wat zij van het verzoek vindt. De rechtbank voelt zich op dit moment dan ook nog onvoldoende geïnformeerd om een beslissing te nemen die in het belang is van [de minderjarige] . De rechtbank ziet daarom aanleiding om ambtshalve een bijzondere curator te benoemen. Dat kan zij doen op basis van artikel 1:250 BW in aangelegenheden die de verzorging en opvoeding van een minderjarige betreffen als de belangen van (één van) de met het gezag belaste ouders of voogd(en) in strijd zijn met die van de minderjarige. De bijzondere curator is er voor de minderjarige om haar, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen.
De rechtbank heeft mevrouw drs. J.L. (Lillian) van Wesemael bereid gevonden deze benoeming als bijzondere curator voor [de minderjarige] te aanvaarden.
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat zij met [de minderjarige] in gesprek gaat om te onderzoeken wat er speelt tussen de moeder en [de minderjarige] en hoe dit opgelost kan worden. De rechtbank verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te beantwoorden:
Wat is ervoor nodig om te zorgen dat het voor [de minderjarige] niet meer stressvol is om naar haar moeder te gaan, en wat kan daarin ondersteunend zijn voor [de minderjarige] en/of haar moeder en vader?
Wat is een goede zorgregeling voor [de minderjarige] met haar moeder?
Wat is ten aanzien van het gezag het meest in het belang van [de minderjarige] ?
Wil [de minderjarige] nogmaals met de rechter spreken en zo ja, wenst [de minderjarige] dat de bijzondere curator daarbij aanwezig zal zijn?
Indien noodzakelijk wordt de bijzondere curator verzocht om nadere aanbevelingen te doen aan de ouders voor henzelf en voor [de minderjarige] . Als er nog andere bijzonderheden naar voren zijn gekomen die van belang zijn voor de te nemen beslissing ten aanzien van het contact tussen de moeder en [de minderjarige] en het gezag, wordt de bijzondere curator verzocht dat te benoemen in het verslag.
Het staat de bijzondere curator ook vrij om andere betrokkenen – zoals de coach van [de minderjarige] en de kinderarts – te raadplegen als haar dat geraden voorkomt.
Van de ouders wordt verwacht dat zij volledige medewerking verlenen aan het inplannen en uitvoeren van de gesprekken van [de minderjarige] met de bijzondere curator.
De vader heeft op de zitting zijn contactgegevens doorgegeven en toestemming gegeven om deze gegevens met de bijzondere curator te delen. Het e-mailadres van de vader is “ [e-mailadres 2] ” en zijn telefoonnummer is [telefoonnummer 2] .
De rechtbank verzoekt de moeder om haar telefoonnummer en e-mailadres zo spoedig mogelijk naar de bijzondere curator te sturen (naar het in de beslissing opgenomen emailadres), zodat de bijzondere curator [de minderjarige] en de beide ouders kan uitnodigen voor een eerste gesprek.
Gelet op voorgaande beslissing zal de rechtbank iedere verdere beslissing ten aanzien van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en het gezag aanhouden.
Tot slot hecht de rechtbank/kinderrechter er nog aan de ouders te laten weten dat zij vandaag in een aparte brief ook aan [de minderjarige] zelf als volgt heeft uitgelegd wat haar beslissing is:
“Beste [de minderjarige] ,
Op 28 november 2023 hebben wij met elkaar gepraat bij de rechtbank. Dat is best een tijdje geleden. Jammer genoeg zijn jouw ouders pas op 16 mei 2024 uitgenodigd om naar zitting te komen. Sorry dat het zo lang heeft geduurd.
Na ons gesprek spraken we af dat ik jou zou laten weten wat mijn beslissing zou zijn. Daarom schrijf ik je nu deze brief. Op de zitting van 16 mei 2024 was jouw vader er met zijn advocaat. Er was ook iemand van de Raad voor de Kinderbescherming. Die nodigt de rechtbank altijd uit bij dit soort zaken, zodat zij de rechtbank advies kunnen geven. Jouw moeder was niet bij de zitting, omdat ze ziek was.
Jouw vader vertelde op de zitting dat je jouw moeder nu ongeveer één keer per maand ziet, en dat het nu jouw wens is dat je jouw moeder ziet wanneer jij dat wil. Na de zitting heb ik goed nagedacht over mijn beslissing. Ik vind het heel belangrijk om een beslissing te nemen die goed voor jou is. Dat betekent niet dat ik doe wat jij graag wil, omdat ik ook moet luisteren naar jouw vader en moeder. Ik heb daarom een bijzondere curator voor jou benoemd, mevrouw Lillian van Wesemael. Een bijzondere curator is iemand die er voor jou is, die naar jouw belangen gaat kijken en zal kijken wat goed voor jou is. Zij gaat ook met jou praten en zij zal zelf contact met jou opnemen om een eerste afspraak te maken. Zij zal niet alleen met jou gaan praten, maar ook met jouw ouders en zo nodig nog met andere mensen als dat belangrijk is.
Ik neem daarom nu verder nog geen beslissing over het contact tussen jou en je moeder en over het gezag, maar ik wacht daarvoor het advies van de bijzondere curator af. Ik hoop dat ik zo een beslissing kan nemen die voor jou het beste is. Tot die tijd blijft het gaan zoals het nu gaat. Natuurlijk schrijf ik jou ook een brief als ik wel een beslissing heb genomen.
Met vriendelijke groet,
De kinderrechter”

BeslissingDe rechtbank:

*
benoemt over de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2010 te [geboorteplaats] , tot bijzondere curator:
mw. drs. J.L. (Lillian) van Wesemael-Smit
[adres]
[postcode] [plaats]
telefoonnummer: [telefoonnummer 1]
e-mailadres: [e-mailadres 1] ;
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking aan de bijzondere curator toestuurt;
bepaalt dat de moeder zo spoedig mogelijk haar contactgegevens aan de bijzondere curator zal e-mailen;
verzoekt de bijzondere curator
uiterlijk op 15 september 2024schriftelijk verslag te doen aan de rechtbank, aan de minderjarige en aan de ouders;
bepaalt dat de ouders desgewenst hierop schriftelijk kunnen reageren
uiterlijk twee weken na ontvangst van het verslagvan de bijzondere curator; deze reactie dient aan de rechtbank, aan de bijzondere curator en aan de andere ouder te worden toegezonden;
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van
de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en het gezagaan tot
15 september 2024 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.S.F. de Nijs, kinderrechter, bijgestaan door mr. M.I. Noordegraaf als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 juni 2024.