Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van een Algerijnse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, geboren op 3 augustus 1997, diende op 10 november 2022 een aanvraag in, die op 22 april 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank hield de zitting op 26 juni 2024, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de minister aanwezig waren. Eiser vreesde bij terugkeer naar Algerije voor huiselijk geweld door zijn vader en wraakacties van een criminele groep. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de vrees van eiser als niet aannemelijk heeft beoordeeld, omdat er geen actuele dreiging was en eiser niet had aangetoond dat hij niet elders in Algerije terecht kon. De rechtbank concludeerde dat de minister de aanvraag als ongegrond mocht afwijzen, ook omdat eiser zich niet onverwijld had gemeld bij aankomst in Nederland. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de proceskosten af.