Op 15 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen verzoekster en de Minister van Asiel en Migratie. Verzoekster had op 22 april 2024 beroep ingesteld omdat de minister niet tijdig had beslist op haar bezwaarschrift. Op 15 mei 2024 heeft de minister alsnog een beslissing genomen, waarna verzoekster haar beroep tegen de niet-tijdige beslissing heeft ingetrokken. Verzoekster verzocht de rechtbank om de minister te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan verzoekster tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Daarom heeft de rechtbank de minister veroordeeld in de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank oordeelde dat het beroep van verzoekster van licht gewicht was, wat invloed had op de hoogte van de proceskostenvergoeding.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de minister het door verzoekster betaalde griffierecht van € 187,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, in aanwezigheid van griffier D.D. Bijlhout, en is openbaar uitgesproken op 15 juli 2024.