Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser (gemachtigde: mr. S.A.S. Jansen),
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Gambiaanse nationaliteit, heeft op 4 september 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 9 januari 2024 afgewezen, waarbij hij de biseksuele geaardheid van eiser en de daaruit voortvloeiende problemen niet geloofwaardig achtte. De rechtbank heeft het beroep op 7 mei 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk.
De rechtbank concludeert dat de minister niet ten onrechte heeft geoordeeld dat eiser zijn biseksualiteit niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiser heeft verklaard dat hij op een Koranschool woonde en dat hij seksuele interactie had met mannen, maar de rechtbank oordeelt dat zijn verklaringen inconsistent zijn en onvoldoende diepgang hebben. De minister heeft ook gesteld dat eiser niet voldoende inzicht heeft gegeven in de impact van zijn biseksualiteit in Gambia, waar homoseksualiteit en biseksualiteit niet worden geaccepteerd.
De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de minister als terecht beoordeeld en het beroep ongegrond verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 juli 2024.