ECLI:NL:RBDHA:2024:11086
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. Garabitian
- P.J.J. Schaap
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiser, geboren in 2003 en van Pakistaanse nationaliteit, had op 3 december 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar verweerder heeft deze aanvraag niet inhoudelijk behandeld. Dit gebeurde omdat eiser eerder, op 6 oktober 2023, een asielaanvraag in Roemenië had ingediend, en verweerder heeft een verzoek tot terugname naar Roemenië gedaan, dat door de Roemeense autoriteiten is geaccepteerd.
Eiser heeft in zijn zienswijze verschillende gronden aangevoerd, waaronder het gebruik van een niet-beëdigde tolk tijdens het aanmeldgehoor en het feit dat hij niet op de juiste wijze was geïnformeerd over het voornemen. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft toegelicht waarom een niet-beëdigde tolk is gebruikt en dat er geen zorgvuldigheids- of motiveringsgebrek is. Eiser heeft erkend dat hij voldoende tijd had om een zienswijze in te dienen, ondanks dat het voornemen niet op de juiste wijze was bekendgemaakt.
De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, en eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door de voorzieningenrechter en is openbaar gemaakt.