3.5Gebruikte bewijsmiddelen
Feit 1(dagvaarding I)
De rechtbank zal voor het feit met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en heeft daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit. De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring. De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden, opgemaakt op 12 januari 2024 (p. 22-25);
Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 15 januari 2024 (p. 26-38);
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 13 januari 2024 (p. 73-82).
Feiten 2 en 4(dagvaarding II – feiten 1 en 3)
De rechtbank zal voor deze feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft deze bewezen verklaarde feiten namelijk bekend en heeft daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit. De officier van justitie heeft met betrekking tot deze feiten eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring. De rechtbank gebruikt de volgende bewijsmiddelen:
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 18 januari 2023 (p. 184-186);
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlagen, opgemaakt op 18 januari 2023 (p.191-200);
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 2 maart 2023 (p. 325-333);
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlagen, opgemaakt op 19 januari (p. 201-205).
De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting;
Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 maart 2023 (p. 266-267);
Het proces-verbaal, opgemaakt op 7 maart 2023 (p. 339-340).
Feit 5(dagvaarding III)
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1700-2022400583, van de politie eenheid Rotterdam, district Rijnmond Zuid-West, districtsrecherche Rijnmond Zuid-West, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 46).
1. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 23 december 2022, voor zover inhoudende (p. 8):
Op vrijdag 23 december 2022, omstreeks 19:00 uur was ik aan het chillen bij de Vlotbrug bushalte. Deze is ter hoogte van de Dennenspanner te Hellevoetsluis. Ik was daar met twee jongens. Eén van de die jongens heet [verdachte] . Wij waren daar gewoon Snaps aan het maken en [verdachte] en de andere jongen waren met mij aan het dollen. Zij waren ook aan mijn jas aan het voelen alsof ze iets zochten ofzo. Op dat moment had ik mijn telefoon nog want ik heb toen ook mensen geappt. Op een gegeven moment liepen die [verdachte] en zijn vriend weg richting het huis van die [verdachte] . Ik voelde aan mijn rechter jaszak en kwam tot de conclusie dat mijn telefoon weg was. De telefoon die van mij gestolen is, is een zwarte Iphone XR. Ik had op dat moment het vermoeden dat [verdachte] of die vriend mijn telefoon uit mijn jaszak had gestolen. Er was ook verder niemand in de buurt van mij geweest. Ik ben toen achter [verdachte] en die andere jongen aangerend. Toen ik bij ze was zei ik dat ze mijn telefoon terug moesten geven. Zij reageerden allebei dat zij mijn telefoon niet hadden. Ik bleef om mijn telefoon vragen en [verdachte] werd boos en schreeuwde tegen mij dat hij mijn telefoon niet had en sloeg mij vervolgens met zijn rechter vuist op mijn linker wang. Hierdoor heb ik een pijnlijke dikke wang.
2. Het proces-verbaal fotobijlage, opgemaakt op 23 december 2022, voor zover inhoudende (p. 11):
Op foto 1 is een dikke rode linkerwang van het slachtoffer zichtbaar.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer DH4R023007, onderzoek Alhena, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam / Voorburg, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 422).
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 10 maart 2023, voor zover inhoudende (p. 351-353):
Bij de doorzoeking op het woonadres van de verdachte [medeverdachte] werden meerdere telefoons van verschillende merken aangetroffen. Het adres waar de verdachte [medeverdachte] woonachtig was betrof [adres 2] te [plaats] . De IMEI-nummers van deze telefoons werden achterhaald en werden gecontroleerd op merk en types. Na onderzoek bleek er een IMEI-nummer gekoppeld te zijn aan een iPhone XR. Dit bleek het IMEI nummer [IMEI nummer] .
Aangeefster [naam 3] zei dat zij:- een iPhone XR had;- die zwart van kleur was;- dat zij een doorzichtig hoesje om haar telefoon had zitten die wat bruin verkleurd was;- dat het hoesje dat eromheen zat eigenlijk een hoesje betrof voor een iPhone 11 waardoor het gat rondom de camera wat groter was.
Deze herkenningspunten bleken volledig overeen te komen met de iPhone XR die in beslag was genomen. Het IMEI-nummer dat werd aangetroffen op het doosje van haar iPhone XR bleek te zijn: [IMEI nummer] . Na onderzoek bleken de IMEI-nummers overeen te komen. Te zien is dat het type iPhone overeen komt met die van de aangeefster.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 28 februari 2023 voor zover inhoudende (p. 153):
Het verblijfsadres van [medeverdachte] werd wel doorzocht. De slaapkamer werd op dinsdag 28 februari 2023 om 06:48 uur binnengetreden door het onderzoeksteam.
5. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 4 juli 2024, voor zover inhoudende:
U vraagt mij wat is er die dag gebeurd. We waren daar met zijn drieën, het was gewoon rustig. Ik ben weggegaan en toen kwam ze achter me aan, waar is mijn telefoon.