ECLI:NL:RBDHA:2024:1102
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende medische onderbouwing van beperkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar WIA-uitkering door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. van der Eijk, stelde dat haar beperkingen onjuist waren vastgesteld en dat er aanleiding was voor een urenbeperking vanwege haar psychische en lichamelijke klachten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts b&b in zijn rapport van 8 maart 2023 zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en dat de door eiseres ingebrachte medische informatie, waaronder röntgenfoto's, niet leidde tot een ander oordeel. De rechtbank oordeelde dat de FML, waarin beperkingen zijn vastgesteld, adequaat was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de geschiktheid van de geduide functies voor eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder dat eiseres met ingang van 31 mei 2022 geen recht heeft op een WIA-uitkering. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van griffier mr. M. Klaus.