ECLI:NL:RBDHA:2024:10984

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
24.18365
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van Dublin-regeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. I.M. Zuidhoek, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had echter op 25 april 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublin-regeling.

Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.18364), waarin het beroep van eiseres ongegrond is verklaard. Hierdoor is de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, die als voorzieningenrechter optrad, en is bekendgemaakt in het openbaar. De griffier, M.A. Postma, was aanwezig bij de uitspraak. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, mocht zij het niet eens zijn met de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.18365

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiseres,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,de minister

Procesverloop

Bij besluit van 25 april 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.18364, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep en het beroep ongegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.