ECLI:NL:RBDHA:2024:10981
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van eenmalige energietoeslag en de toepassing van de kostendelersnorm door het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de toekenning van € 250,- in plaats van € 500,- aan eenmalige verhoging energietoeslag 2022. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde A. Salah, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, dat op 24 maart 2023 € 250,- heeft toegekend. Dit besluit is bevestigd in het bestreden besluit van 6 juni 2023. De rechtbank heeft de zaak op 23 april 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was.
De rechtbank constateert dat het college in 2022 ambtshalve energietoeslag heeft toegekend aan eiseres, die voldeed aan de voorwaarden. Eiseres ontving in totaal € 660,- aan energietoeslag in 2022. Het college heeft in het primaire besluit meegedeeld dat het Rijk heeft besloten om een bedrag van € 500,- aan iedereen te geven die in 2022 energietoeslag kreeg, maar heeft bij de toekenning van de verhoging rekening gehouden met de kostendelersnorm, wat resulteerde in een toekenning van € 250,-.
Eiseres betwist de motivering van het college en stelt dat het college in strijd heeft gehandeld met de vergewisplicht. De rechtbank oordeelt echter dat het college voldoende gemotiveerd heeft waarom het niet in lijn met het gewijzigde artikel 19a van de Participatiewet heeft besloten. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een motiveringsgebrek of schending van de vergewisplicht. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.