ECLI:NL:RBDHA:2024:10920

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
NL24.24740 en NL24.24742
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaken

Op 15 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.24740 en NL24.24742, waarbij de voorzieningenrechter, mr. N.M. van Waterschoot, de verzoeken om voorlopige voorziening heeft afgewezen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M. Drenth, hadden tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, nadat hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 13 juni 2024 niet-ontvankelijk waren verklaard. Tijdens de zitting op 3 juli 2024 zijn de verzoekers niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door mr. R.R. de Groot.

De rechtbank heeft overwogen dat, nu er inmiddels uitspraak is gedaan op de beroepen, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken zijn om die reden afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.24740 en NL24.24742

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[naam] V-nummer: [nummer][naam], V-nummer: [nummer]: verzoekers

(gemachtigde: mr. M. Drenth),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de minister
(gemachtigde: mr. R.R. de Groot).

Procesverloop

1. Bij besluiten van 13 juni 2024 (de bestreden besluiten) heeft de minister de aanvragen van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
1.1.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaken NL24.24739 en NL24.24741, op 3 juli 2024 op zitting behandeld. Verzoekers zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

2. Bij uitspraak heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.