ECLI:NL:RBDHA:2024:10909
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 12 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd in het kader van zijn asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.J.P. Cats, had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, onder zaaknummer NL24.24195, en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 5 juli 2024, waar de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de minister. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter de zaak behandeld. In de uitspraak van 12 juli 2024 heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.S. de Vries, in aanwezigheid van griffier mr. R.P.H. Evers, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.