ECLI:NL:RBDHA:2024:10883

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
C/09/660487 / FA RK 24-620
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake uitsluitend gebruik van de echtelijke woning na incident met drugsverslaving

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024 een beschikking gegeven in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P. van de Kolk, verzocht om het uitsluitend gebruik van de woning, terwijl de man, vertegenwoordigd door mr. S. Burger, verweer voerde en ook een zelfstandig verzoek indiende. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken en de behandeling op de zitting op 22 mei 2024.

De partijen zijn gehuwd op 6 december 2021 en hebben samen een nieuwbouwwoning gekocht. Na een incident in oktober 2023, waarbij de man onder invloed van verdovende middelen werd aangetroffen, heeft hij tijdelijk bij zijn familie gewoond. De vrouw en haar dochter verblijven sindsdien in de echtelijke woning. De vrouw benadrukt het belang van een stabiele woonsituatie voor haar dochter, terwijl de man aangeeft dat hij de lasten van de woning blijft betalen, maar er geen gebruik van kan maken.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het uitsluitend gebruik van de woning aan de vrouw moet worden toegewezen. Dit besluit is gebaseerd op de huidige woonsituatie, de zorg voor de dochter van de vrouw, en het feit dat de man niet wil overnemen. De rechtbank heeft de wens voor stabiliteit van beide partijen in overweging genomen en heeft besloten dat het in het belang van de dochter is dat de vrouw in de woning kan blijven. De proceskosten zijn gecompenseerd, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-620
Zaaknummer: C/09/660487
Datum beschikking: 5 juni 2024

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 26 januari 2024 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P. van de Kolk te 's-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. S. Burger te Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift, ook houdend een zelfstandig verzoek,
  • de brief van 17 mei 2024, met bijlagen, namens de vrouw.
Op 22 mei 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw met haar advocaat en de man met zijn advocaat
.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt ertoe dat de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) [woonplaats] , [adres] , met het bevel dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Daarnaast verzoekt de man zelfstandig te bepalen dat:
  • primair: de man gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) ' [woonplaats] , [adres] , met inbegrip van de inboedel, met het bevel dat de vrouw die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
  • subsidiair: de man de ene week bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) [woonplaats] , [adres] , en dat de vrouw de andere week bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de woning, met het bevel dat de vrouw/man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden in de week dat de ander het uitsluitend gebruiksrecht van de woning heeft,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
Beoordeling
Uitsluitend gebruik echtelijke woning
Uit de stukken en dat wat op de zitting is besproken is de rechtbank het volgende gebleken. Partijen zijn gehuwd op 6 december 2021. De man woonde op dat moment bij zijn ouders en de vrouw woonde met haar dochter uit een eerdere relatie, [naam] , in een huurwoning. Op enig moment hebben partijen samen een nieuwbouwwoning gekocht. De vrouw heeft toen haar huurwoning opgezegd en is tijdelijk met [naam] bij haar moeder gaan wonen. Na uitstel van de oplevering van de nieuwbouwwoning zijn partijen in september 2023 in de echtelijke woning getrokken. In oktober 2023 heeft er een incident plaatsgevonden, waarbij de man onder de invloed van verdovende middelen door de politie en zijn familie in de echtelijke woning is aangetroffen. De man heeft een geschiedenis van drugsverslaving. Na dit incident is de man weer bij zijn familie gaan wonen en heeft hij hulp gezocht. Sindsdien verblijven de vrouw en [naam] in de echtelijke woning. De vrouw vindt het belangrijk dat zij [naam] een stabiele woonsituatie kan bieden en acht het daarom van belang dat zij met haar dochter in de echtelijke woning kan verblijven. Zij is ook bezig om de overname van de echtelijke woning te realiseren. De man geeft aan dat hij ook behoefte heeft aan rust, stabiliteit en een eigen plek. Daarnaast voert de man aan dat hij nog steeds de lasten voor de echtelijke woning betaalt, maar hier geen gebruik van kan maken. Ook betwijfelt hij of de vrouw daadwerkelijk de woning kan overnemen, omdat zij hier niks over heeft aangetoond.
De rechtbank zal het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan de vrouw toekennen. Aan dit oordeel legt de rechtbank de volgende redenen ten grondslag. Voorlopige voorzieningen hebben het karakter van een ordemaatregel, waarbij het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de actuele situatie. De vrouw verblijft al sinds oktober 2023 in de echtelijke woning. Daarbij komt dat de vrouw een dochter heeft voor wie zij de zorg draagt. De man heeft behalve de maand van samenwoning met de vrouw de rest van zijn leven bij zijn ouders gewoond, waar hij een eigen kamer heeft. De moeder heeft onbetwist gesteld dat zij met [naam] een kamer moest delen toen zij bij haar moeder verbleef en dat deze kamer inmiddels niet meer beschikbaar is. Het is daarom voor de vrouw moeilijker dan voor de man om vervangende woonruimte te vinden voor haar en [naam] . Daarnaast overweegt de rechtbank dat het werk van de vrouw en de school van [naam] in de buurt van de echtelijke woning zijn, terwijl het werk van de man in de buurt van de woning van zijn ouders is. Verder neemt de rechtbank in haar overweging ook mee dat de man de echtelijke woning niet wil overnemen en dat de vrouw wel bezig is om een overname te realiseren. Gelet op de wens voor stabiliteit van beide partijen acht de rechtbank het voorlopig het beste om de huidige situatie te laten voortduren. De rechtbank zal daarom het verzoek van de vrouw toewijzen en het verzoek van de man afwijzen.
Proceskosten
Aangezien het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren zoals hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
*
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te ( [postcode] ) ' [woonplaats] , aan de [adres] en beveelt mitsdien dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Visser, rechter, bijgestaan door mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 5 juni 2024.