ECLI:NL:RBDHA:2024:10854

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
12 juli 2024
Zaaknummer
NL24.18828
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te late indiening in asielprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel. Eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Mohasselzadeh, had beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn aanvraag op 21 april 2024 als kennelijk ongegrond had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift te laat was ingediend, namelijk op 30 april 2024, terwijl de termijn voor indiening op 29 april 2024 eindigde. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting erkend dat het beroep te laat was ingediend, maar stelde dat er onduidelijkheid bestond over wie het beroep zou indienen.

De rechtbank overweegt dat de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar is, aangezien de onduidelijkheid voor rekening van eiser komt. De rechtbank heeft ook gekeken naar de mogelijkheid om de niet-ontvankelijkheid achterwege te laten op basis van bijzondere feiten en omstandigheden, zoals bedoeld in het arrest Bahaddar van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Echter, de rechtbank concludeert dat er geen dergelijke omstandigheden zijn aangetoond die zouden rechtvaardigen dat de niet-ontvankelijkheid niet wordt toegepast. De door eiser overgelegde documenten en foto’s zijn onvoldoende om aan te tonen dat er sprake is van een schending van het refoulementverbod.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.18828
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. K. Mohasselzadeh) en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 21 april 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL24.18829, op 20 juni 2024 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen dhr. Ben Mohammed. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

De rechtbank ziet zich ambtshalve voor de vraag gesteld of het door eiser ingediende beroepschrift ontvankelijk is. In dat verband dient te worden beoordeeld of eiser tijdig beroep heeft ingesteld. Van belang daarbij is of het bestreden besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt.
Voor het indienen van een beroepschrift geldt op grond van artikel 69, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) een termijn van één week. Deze termijn begint op grond van artikel 6:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. In paragraaf C1/2.13 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) is bepaald dat de Immigratie en
Naturalisatiedienst (IND) de beschikking in beginsel aan de gemachtigde van de vreemdeling zendt.
3. Een beroepschrift is op grond van artikel 6:9, eerste lid, van de Awb tijdig ingediend wanneer het voor het einde van de termijn is ontvangen. Als iemand een beroepschrift te laat indient, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet tijdig indienen van het beroepschrift verontschuldigbaar is. Dan laat de rechtbank op grond van artikel 6:11 van de Awb niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege.
4. Ter zitting heeft de gemachtigde van eiser verklaard dat zij niet betwist dat het beroep te laat is ingediend. De reden hiervoor was dat het niet duidelijk was wie het beroep namens eiser zou indienen.
5. De rechtbank stelt vast dat het bestreden besluit op 21 april 2024 (per fax) bekend is gemaakt aan de gemachtigde, zodat de termijn voor het indienen van een beroepschrift eindigde – gelet op artikel 1 van de Algemene termijnenwet – op 29 april 2024. Eiser heeft op 30 april 2024 digitaal beroep ingesteld. Het beroepschrift is dus niet tijdig ingediend. Dat er kennelijk bij de gemachtigde onduidelijkheid bestond wie het beroep namens eiser zou indienen, is naar het oordeel van de rechtbank een omstandigheid die voor rekening en risico van eiser komt en de termijnoverschrijding niet verontschuldigbaar maakt. Daarom bestaat er naar het oordeel van de rechtbank in beginsel aanleiding om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.
6. Volgens vaste rechtspraak¹ moet de bestuursrechter bij een te laat ingediend beroepschrift steeds beoordelen of er aanleiding bestaat aan niet-ontvankelijkverklaring van dat beroep voorbij te gaan, omdat er bijzondere feiten en omstandigheden zijn als bedoeld in het arrest Bahaddar van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 19 februari 19982. Daarvan is sprake als wat een vreemdeling heeft aangevoerd en overgelegd onmiskenbaar tot het oordeel leidt dat verweerder bij uitzetting van die vreemdeling het refoulementverbod schendt, als bedoeld in artikel 3 van het EVRM. De rechtbank moet aan de hand van wat de vreemdeling heeft aangevoerd en overgelegd, en een standpunt van verweerder daarover, beoordelen of er zulke bijzondere feiten en omstandigheden zijn. Als dat het geval is, dan moet niet-ontvankelijkverklaring van het beroep achterwege blijven.
7. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval van dergelijke omstandigheden niet is gebleken. Dat verweerder volgens eiser onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de door hem bij de zienswijze overgelegde (medische) documenten, ziet naar het oordeel van de rechtbank op de zorgvuldigheid van de asielprocedure en leidt niet onmiskenbaar tot het oordeel dat verweerder bij uitzetting van eiser het refoulementverbod schendt. Verweerder heeft zich verder niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat de door eiser overgelegde documenten en foto’s hoogstens aantonen dat eiser ooit gewond is geweest en medisch is behandeld, maar zij tonen niet de toedracht hiervan aan. Evenmin tonen zij aan dat eiser geen bescherming kan krijgen van de autoriteiten. Deze stukken zijn dan ook onvoldoende om bijzondere feiten en omstandigheden als bedoeld in het arrest Bahaddar aan te nemen.
1. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 22 juni 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1664).
2 ECLI:CE:ECHR:1998:0219JUD002589494.
8. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat van Bahaddar- omstandigheden in dit geval niet is gebleken. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de nationale procedureregels buiten toepassing te laten en zal het beroep om die reden niet- ontvankelijk verklaren.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Landwaart - Ekkelenkamp, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
26 juni 2024

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.