ECLI:NL:RBDHA:2024:10799
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en overdracht aan Spanje op basis van Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Guinese vrouw, tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag afgewezen op grond van de Dublinverordening, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft op 11 juli 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank verklaart het beroep kennelijk ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de minister in stand blijft en eiseres mag worden overgedragen aan Spanje. Eiseres had aangevoerd dat zij niet goed was gehoord door een tolk en dat er procedurele gebreken waren, maar de rechtbank oordeelt dat zij niet benadeeld is in haar belangen. De rechtbank stelt vast dat eiseres de tolk goed kon verstaan en dat zij de mogelijkheid had om correcties aan te brengen.
Daarnaast heeft eiseres betoogd dat de minister ten onrechte uitgaat van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje, en dat zij een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met de mensenrechten. De rechtbank oordeelt echter dat de minister in redelijkheid kon stellen dat er geen aanwijzingen zijn dat Spanje zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Eiseres heeft niet aangetoond dat Nederland het meest geschikte land is voor haar medische behandeling. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen proceskostenvergoeding ontvangt.