ECLI:NL:RBDHA:2024:10778
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Zwitserland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 11 juni 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Echter, de Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als reden dat Zwitserland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in deze zaak besloten dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft en heeft het onderzoek gesloten. In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL24.24961) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van M.S.G. van der Werf, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.