ECLI:NL:RBDHA:2024:1073
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering na medisch onderzoek en revalidatietraject
Op 5 januari 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. C.I. Zaad, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. T. Eversteijn. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 27 januari 2023, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn WIA-uitkering ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig en volledig was, en dat de ingebrachte argumenten van eiser niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. Eiser had in de primaire fase een spreekuur gehad bij een geregistreerd verzekeringsarts, en het dossier bevatte voldoende informatie van behandelaars. Eiser had geen nieuwe medische feiten aangedragen die de eerdere conclusies konden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hadden gehouden met de klachten van eiser, waaronder chronische pijn en milde psychische klachten, en dat de beperkingen die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) waren opgenomen, adequaat waren vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af.