ECLI:NL:RBDHA:2024:10629

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
NL24.20935
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Moldavische eiseres wegens gebrek aan gegronde vrees voor vervolging

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Moldavische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 23 december 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 10 mei 2024 is afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 25 juni 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Eiseres, geboren in 1971, stelt dat zij Moldavië heeft verlaten vanwege discriminatie als Roma, gebrek aan werk en medische zorg. De rechtbank oordeelt dat verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat eiseres geen gegronde vrees voor vervolging heeft. De rechtbank stelt vast dat, hoewel eiseres problemen heeft ondervonden, niet is aangetoond dat deze problemen zo ernstig zijn dat zij niet kan functioneren in de maatschappij. Verweerder heeft ook de sociale hulpverlening aan eiseres in aanmerking genomen, evenals de beschikbaarheid van medische zorg.

De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat eiseres niet kan aantonen dat zij een reëel risico op ernstige schade loopt. Ook het beroep op artikel 8 van het EVRM wordt verworpen, omdat de gestelde familieband niet is onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.20935

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.W.J. van der Meer),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. T.J.M. Schilder).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij heeft op 23 december 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 10 mei 2024 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 25 juni 2024 op zitting behandeld. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres heeft de Moldavische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1971.
Het asielrelaas
3. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres stelt dat zij Moldavië heeft verlaten omdat zij geen werk kon vinden en ook geen medische hulp kon krijgen. Ook heeft zij Moldavië verlaten omdat zij als Roma gediscrimineerd werd.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen: 1) Identiteit, nationaliteit en herkomst; 2) Problemen vanwege uw Roma etniciteit.
4.1.
Verweerder heeft het eerste element geloofwaardig geacht en het tweede element heeft verweerder deels geloofwaardig geacht. Volgens verweerder heeft eiseres geen gegronde vrees voor vervolging en loopt zij geen reëel risico op ernstige schade. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen.
Wat vindt eiseres?
5. Eiseres voert aan dat verweerder zich enkel op stellingnamen baseert zonder ze te onderbouwen. Daarnaast blijkt niet kenbaar uit de beschikking dat verweerder nauwkeurige en actuele informatie uit verschillende bronnen gebruikt zoals vereist door artikel 10 van richtlijn 2013/32/EU. Verder voert eiseres aan dat zij gediscrimineerd wordt. Ze kan geen werk krijgen en kan zich dan ook geen medische zorg veroorloven. Het gaat niet om losse elementen, maar om de algehele situatie waarin zij als gevolg van haar etniciteit is beland. Het heeft geen zin om hierover te klagen bij de Moldavische autoriteiten. Eiseres is bij de burgemeester geweest om te klagen en daar werd ze weggestuurd. Daarnaast hebben de autoriteiten niets gedaan toen de dochter van eiseres was verkracht. Van eiseres kan niet gevergd worden dat ze zich opnieuw tot de autoriteiten wendt. Ten aanzien van het terugkeerbesluit en inreisverbod voert eiseres aan dat verweerder ten onrechte een risico op onttrekking aan toezicht heeft aangenomen. Zij is niet eerder ondergedoken geweest en vanuit Frankrijk gecontroleerd uitgereisd. Daarnaast is het besluit in strijd met artikel 8 van het EVRM, [1] omdat zij vanwege het terugkeerbesluit en inreisverbod niet meer haar dochter, schoonzoon en kleindochter die in België wonen, kan bezoeken.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
De asielaanvraag
6. Uit paragraaf C2/3.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) volgt dat de IND discriminatie van de vreemdeling door de autoriteiten en door medeburgers aan als daad van vervolging aanmerkt, als de vreemdeling vanwege de discriminatie zo ernstig wordt beperkt in zijn bestaansmogelijkheden dat hij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kan functioneren. Deze maatstaf is niet in geschil.
6.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op goede gronden kunnen concluderen dat eiseres geen gegronde vrees voor vervolging heeft, dan wel een reëel risico op ernstige schade loopt. Los van de vraag of de moeilijkheden die eiseres heeft ondervonden samenhangen met haar Roma achtergrond, is niet gebleken dat eiseres zo ernstig werd beperkt in haar bestaansmogelijkheden dat zij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kon functioneren. Verweerder wijst er terecht op dat eiseres wel door de sociale dienst werd geholpen, maar dat dit niet tot een baan heeft geleid. Daarnaast is medische zorg beschikbaar tegen betaling of als eiseres verzekerd is. Niet is gebleken dat deze zorg niet toegankelijk is vanwege haar etniciteit of dat er andere regels gelden voor niet-Roma. Evenmin is gebleken dat eiseres hier niet over zou kunnen klagen. Weliswaar is eiseres bij de burgemeester geweest, maar deze heeft aangegeven dat eiseres bij de sociale dienst moest klagen over de sociale dienst. [2] Eiseres heeft vervolgens geen officiële klacht ingediend. Daarnaast wijst verweerder er terecht op eiseres zelf heeft aangegeven dat haar etniciteit niet de reden was dat zij geen gehoor kreeg bij de sociale dienst en dat er Roma zijn die wel geholpen worden. [3] Verder hebben de autoriteiten eiseres geholpen toen haar dochter was verkracht. De aangifte is in behandeling genomen en er was een verdachte gearresteerd. [4] Later is deze verdachte vrijgelaten; volgens de autoriteiten wegens een gebrek aan bewijs, maar volgens eiseres omdat de verdachte geld had betaald. [5] Ook de procureur van het Moldavische Openbaar Ministerie heeft zich ingezet en nog een brief geschreven naar de desbetreffende officier van justitie. Hoewel het invoelbaar is dat de uitkomst van het onderzoek teleurstellend was voor eiseres, betekent dit niet dat eiseres niet bij de autoriteiten terecht kon voor bescherming. Uit het gehoor blijkt juist dat eiseres bij veel instanties gehoord werd.
7. Ten aanzien van het beroep van eiseres op de richtlijn 2013/32 EU oordeelt de rechtbank dat niet is gebleken dat het onderzoek van verweerder ondeugdelijk is geweest. Verweerder heeft weliswaar niet uitdrukkelijk verwezen naar de bronnen hij heeft gebruikt, maar verweerder heeft wel de omstandigheden van Roma in Moldavië betrokken bij de besluitvorming. [6]
Terugkeerbesluit en inreisverbod
8. Ten aanzien van het terugkeerbesluit oordeelt de rechtbank dat verweerder op goede gronden heeft geconcludeerd dat er een risico is dat eiseres zal onderduiken. Verweerder heeft daaraan ten grondslag mogen leggen dat eiseres niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, geen vaste woon- of verblijfplaats en ook geen middelen van bestaan heeft. Dat eiseres zich tot op heden niet aan het toezicht heeft onttrokken maakt het weliswaar onwaarschijnlijker dat eiseres zich aan het toezicht zal onttrekken, maar neemt niet weg dat zij, vanwege de afwezigheid van een vaste woon- of verblijfsplaats, moeilijk te vinden zal zijn als zij uitgezet moet worden. Ook blijft staan dat eiseres niet de middelen heeft om zijn eigen uitreis te bekostigen. Gelet hierop heeft verweerder terecht een risico op onttrekking aan toezicht aangenomen. Met betrekking tot het beroep op artikel 8 van het EVRM oordeelt de rechtbank dat de gestelde familieband niet is onderbouwd. Reeds daarom kan dit beroep niet slagen.

Conclusie en gevolgen

9. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond.
10. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.I.H. Kerstens-Fockens, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
2.Nader gehoor, bladzijde 13 en 14.
3.Nader gehoor, bladzijde 13.
4.Nader gehoor, bladzijde 12.
5.Nader gehoor, bladzijde 15.
6.Bladzijde 3 van het voornemen.