Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser 1] , eiser 1,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in de asielzaken van vier Roma uit Moldavië. De eisers, geboren in 2004, 2005, 2022 en 2024, hebben asiel aangevraagd op basis van de vrees voor problemen na de zelfmoord van de schoonzus van eiser 1 en de discriminatie die zij als Roma ondervinden in Moldavië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de asielaanvragen door de minister van Asiel en Migratie op 29 april 2024 zijn afgewezen als ongegrond. Tijdens de zitting op 28 juni 2024 zijn de eisers niet verschenen, terwijl de minister zich wel heeft laten vertegenwoordigen.
De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser 1 over de zelfmoord van zijn schoonzus niet geloofwaardig zijn. De rechtbank volgt de minister in de stelling dat de problemen die eiser 1 stelt te ondervinden niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank erkent dat eisers als Roma in Moldavië gediscrimineerd worden, maar oordeelt dat deze discriminatie niet van dien aard is dat het hen in aanmerking doet komen voor een asielvergunning. De rechtbank wijst erop dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij te vrezen hebben voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht een vertrektermijn heeft onthouden en een inreisverbod heeft opgelegd, omdat er een risico bestaat dat eisers zich aan het toezicht zullen onttrekken. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.