Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker had tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie beroep ingesteld, waarin de minister had besloten de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvraag. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit niet meer nodig was. Dit oordeel was gebaseerd op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank op 5 juli 2024, onder zaaknummer NL24.22740, waarin het beroep van verzoeker werd behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.