ECLI:NL:RBDHA:2024:10593
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en verzoek om proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoeker en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker, die een asielaanvraag had ingediend, ging op 8 april 2024 in beroep omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn aanvraag. Op 18 april 2024 heeft verweerder alsnog een beslissing genomen, waarna de verzoeker het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ingetrokken. De verzoeker verzocht de rechtbank om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder aan verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een besluit te nemen. Gelet op de omstandigheden heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoeker heeft gemaakt. De kosten zijn vastgesteld op € 437,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van verzoeker van licht gewicht is, wat invloed heeft op de hoogte van de proceskostenvergoeding.
De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier D.D. Bijlhout, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2024. De verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.