ECLI:NL:RBDHA:2024:10564

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
9 juli 2024
Zaaknummer
NL24.12878
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Somalische eiser met betrekking tot bedreiging door Al-Shabaab en veilige terugkeer naar herkomstplaats

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 9 juli 2024, wordt het beroep van een Somalische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. De eiser, geboren in 1999, heeft op 15 april 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 18 maart 2024 is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 16 mei 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris vertegenwoordigd was.

De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De eiser heeft aangevoerd dat hij in januari 2022 uit Somalië is gevlucht om te ontsnappen aan Al-Shabaab, die hem had ontvoerd en gedwongen had om voor hen te vechten. De staatssecretaris heeft echter vastgesteld dat de herkomstplaats van de eiser, Halgan, niet langer onder controle staat van Al-Shabaab, en dat de situatie in de regio zodanig is veranderd dat de eiser veilig kan terugkeren. De rechtbank steunt deze conclusie, verwijzend naar recente ambtsberichten die bevestigen dat Al-Shabaab niet meer actief is in het gebied van de eiser.

De eiser heeft ook betoogd dat hij bij terugkeer een reëel risico loopt op rekrutering door Al-Shabaab, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat deze vrees niet aannemelijk is. De rechtbank concludeert dat de eiser geen reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Somalië, en verklaart het beroep ongegrond. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.12878

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 juli 2024 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. R.P.M. Ngasirin),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. E. Özel).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Somalische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] 1999. Hij heeft op 15 april 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 18 maart 2024 deze aanvraag afgewezen.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2024 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. De staatssecretaris is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de asielaanvraag voor bepaalde tijd. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag – kort samengevat – het volgende ten grondslag.
Eiser is in januari 2022 gevlucht uit Somalië omdat hij anders gedwongen werd voor Al-Shabaab te vechten. Hij is door Al-Shabaab in november 2021 ontvoerd en mishandeld omdat hij niet voor hen wilde vechten. Daarna hebben ze zijn vader meegenomen, die is door hen gedood. Eiser heeft weten te ontsnappen en is gevlucht naar Mogadishu en vandaar vertrokken naar de Oekraïne. Toen daar de oorlog uitbrak is hij via Polen en Duitsland naar Nederland gekomen.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Afpersing, bedreiging en ontvoering door Al-Shabaab.
De staatssecretaris acht beide elementen geloofwaardig. Eisers gestelde vrees om gedood te worden door Al-Shabaab bij terugkeer naar Somalië acht de staatssecretaris niet aannemelijk. De woonplaats van eiser, Halgan, staat niet langer onder controle van Al Shabaab. Nu ze daar niet meer aanwezig zijn vindt de staatssecretaris het niet aannemelijk dat eiser nog heeft te vrezen voor Al Shabaab. Daarnaast volgt volgens de staatssecretaris uit de verklaringen van eiser niet dat hij een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM. Hieronder wordt verder ingegaan op de gronden die zijn aangevoerd.
Loopt eiser bij terugkeer naar Halgan, Somalië een reëel risico op ernstige schade?
6. Eiser betoogt dat hij bij terugkeer naar Somalië een reëel risico loopt op ernstige schade omdat Al-Shabaab de frequentie van haar operaties heeft opgeschroefd, Al Shabaab nog aanwezig is in de regio waar de herkomstplaats van eiser ligt en daar aanvallen uitvoert en rekrutering plaatsvindt zowel binnen als buiten gebieden waar zij aan de macht zijn.
Veiligheidssituatie in Halgan
6.1
Eiser beroept zich op de algemene veiligheidssituatie in Somalië. Uit het Algemeen ambtsbericht Somalië van 21 december 2021 blijkt dat Al-Shabaab de operaties vanaf augustus 2020 heeft opgeschroefd en dat zij in staat zijn aanvallen in Mogadishu uit te voeren. Uit het Algemeen Ambtsbericht Somalië van juni 2023 blijkt dat Al-Shabaab nog aanwezig is in de gebieden ten westen van de rivier Shabelle. Zij voeren van daaruit aanvallen uit op coalitietroepen ten oosten van de rivier. Nu eiser afkomstig is uit een dorp dat direct naast de rivier aan de oostkant ligt, loopt hij risico om slachtoffer te worden van aanvallen van Al-Shabaab.
6.2
De rechtbank is met de staatssecretaris van oordeel dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiser bij terugkeer naar Halgan, Somalië, geen reëel risico loopt op ernstige schade. Uit het algemeen ambtsbericht van Somalië van juni 2023 volgt dat de herkomstplaats van eiser niet meer onder controle staat van Al-Shabaab. Dit heeft eiser ook zelf verklaard in zijn nader gehoor, waarin hij aangeeft dat de Afrikaanse vredestroepen samen met troepen van de Somalische overheid de macht in handen hebben in Halgan. De situatie van het moment van vertrek van eiser is niet meer aan de orde nu Al-Shabaab niet langer aanwezig is in zijn herkomstplaats Halgan, waardoor eiser veilig terug kan keren naar deze plaats. In het voornemen is verwezen naar een nieuwsbericht van Hiiraan Online van 3 december 2023. Hieruit blijkt dat nog het nodige gebeurt in de regio en Al-Shabaab met name nog aanwezig is ten westen van de rivier en Halgan ligt ten oosten van de rivier. Er worden wel aanvallen uitgevoerd tegen de coalitiegroepen aan de oostkant, maar de staatssecretaris merkt niet ten onrechte op dat eiser niet behoort tot de coalitiegroepen. De algehele situatie is niet zo onveilig dat eiser niet kan terugkeren naar Halgan, Somalië. Dit maakt dat eiser naar het oordeel van de rechtbank hierdoor geen reëel risico loopt op ernstige schade.
Rekrutering door Al-Shabaab
6.3
Eiser is het niet eens met de staatssecretaris dat hij veilig kan terugkeren naar Halgan, nu Al-Shabaab daar niet langer aanwezig is. Eiser beroept zich op de Common Analysis and Guidance Note, uit juni 2022, over Somalië, van de EUAA (European Union Agency for Asylum). Hieruit blijkt dat bepaalde individuen een hoger risico lopen gedwongen gerekruteerd te worden door Al-Shabaab. Met name jonge mannen in de leeftijd van 12-24 jaar lopen een risico om te worden gerekruteerd door Al-Shabaab. Ook blijkt uit het Algemeen ambtsbericht Somalië van 21 december 2021 dat gedwongen rekrutering zowel binnen als buiten het gebied van Al-Shabaab voorkomt. De weigering van eiser te vechten voor Al-Shabaab leidde tot geweld door Al-Shabaab. Eiser zal bij terugkeer naar Somalië in de negatieve belangstelling van Al-Shabaab komen te staan en onmenselijk en/of vernederend door Al-Shabaab worden behandeld, in strijd met artikel 3 van het EVRM. In het EUAA rapport staat ook opgenomen dat personen die verzoeken om rekrutering afwijzen door Al-Shabaab worden beschouwd als ongelovigen. Een aantal van hen is gedood als waarschuwing voor anderen.
6.4
Uit het Algemeen Ambtsbericht van juni 2023 volgt dat gedwongen rekrutering met name plaatsvindt in gebieden die onder controle staan van Al-Shabaab en dat vooral minderjarigen een groter risico lopen. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft gesteld dat beide situaties niet op eiser van toepassing zijn, nu zijn gebied niet meer onder controle is van Al-Shabaab staat en hij 25 jaar wordt. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat het feit dat ook rekruteringen plaatsvinden buiten het gebied dat door Al-Shabaab wordt gecontroleerd niet maakt dat eiser een reëel risico loopt op ernstige schade. Eiser heeft zijn individuele vrees niet aannemelijk heeft gemaakt en er zijn geen aanknopingspunten dat eiser nog actief wordt gezocht door Al-Shabaab.
6.5
De beroepsgrond slaagt niet.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. de Gooijer, rechter, in aanwezigheid van K. van Gijtenbeek, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.