ECLI:NL:RBDHA:2024:10555
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van onjuiste geboortedata in de Basisregistratie Personen en premature ingebrekestelling in asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 april 2024, met zaaknummers NL22.20525, NL22.20527 en NL22.20532, wordt het beroep van eisers beoordeeld die op 24 maart 2022 aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel hebben ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvragen op 24 maart 2023 ingewilligd, maar eisers zijn het niet eens met de vermelding van hun geboortedata in de Basisregistratie Personen (BRP). Ze stellen dat de geboortedata onjuist zijn genoteerd en hebben originele documenten overgelegd ter ondersteuning van hun claim. De rechtbank heeft op 19 maart 2024 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft gesteld dat de bestreden besluiten rechtens juist zijn. Hoewel erkend wordt dat de geboortedata verkeerd zijn genoteerd, ligt de bevoegdheid om deze gegevens in de BRP te wijzigen bij de gemeente en niet bij verweerder. Eisers moeten zelf een wijzigingsverzoek indienen bij de gemeente, ondanks de moeilijkheden die zij ondervinden door het ontbreken van een geboorteakte. De rechtbank benadrukt dat de wetgever een rangorde heeft vastgesteld voor de documenten die gebruikt kunnen worden voor het wijzigen van gegevens in de BRP.
Daarnaast wordt de premature ingebrekestelling van eisers besproken. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor de asielaanvraag op 24 september 2022 is verstreken, maar dat de ingebrekestelling op 23 september 2023 prematuur was. Hierdoor hebben eisers geen recht op een proceskostenvergoeding. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.