In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 27 juni 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit en de afwijzing van zijn verzoek tot handhavend optreden tegen de afsluiting van de [straatnaam] beoordeeld. Eiser, woonachtig aan het [adres] in [plaatsnaam], had op 23 september 2022 verzocht om handhavend op te treden tegen de afsluiting van de weg. De gemeente Den Haag heeft eiser echter laten weten dat hij geen belanghebbende is, wat leidde tot een bezwaar en uiteindelijk een beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen persoonlijk, rechtstreeks betrokken belang heeft bij de afsluiting van de weg, aangezien hij meer dan 200 meter van de afsluiting woont. De rechtbank oordeelt dat het belang van eiser niet voldoende verschilt van dat van andere burgers, waardoor hij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Dit heeft tot gevolg dat zijn verzoek om handhaving niet als een aanvraag kan worden beschouwd, en de beslissing daarop dus geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.