In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis. De rechtbank had eerder, op 5 september 2023, bepaald dat verweerder binnen twintig weken op de aanvraag moest beslissen. Aangezien deze termijn was verstreken zonder dat er een besluit was genomen, heeft eiser beroep ingesteld. Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend, waardoor de stand van zaken onduidelijk bleef. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, en heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 200,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 187,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 2 juli 2024.