ECLI:NL:RBDHA:2024:10441

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
8 juli 2024
Zaaknummer
09/206390-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van mensenhandel en oplichting met bijzondere aandacht voor de kwetsbaarheid van de slachtoffers

Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en oplichting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, twee kwetsbare vrouwen seksueel heeft uitgebuit. De slachtoffers, aangeduid als [aangeefster 1] en [aangeefster 2], verkeerden in een kwetsbare positie en werden door de verdachte gedwongen tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de slachtoffers heeft geïsoleerd van hun sociale netwerken en hen financieel heeft uitgebuit. De verdachte werd ook beschuldigd van oplichting van meerdere personen, waarbij hij zich voordeed als een betrouwbare verkoper van goederen en hen geld afhandig maakte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast zijn er contactverboden opgelegd met de slachtoffers en zijn er beslissingen genomen over schadevergoedingen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/206390-22
Datum uitspraak: 8 juli 2024
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1993 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [plaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 24 juni 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N.Y. Rose en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. M. van Stratum naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, die is gewijzigd op de terechtzitting van 25 april 2024 (pro forma). De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Inleiding
De verdachte wordt verweten dat hij al dan niet samen met een ander twee meerderjarige vrouwen, te weten [aangeefster 1] ( [aangeefster 1] ) en [aangeefster 2] ( [aangeefster 2] ), seksueel heeft uitgebuit (feiten 1 en 2). Daarnaast zou de verdachte al dan niet samen met een ander meerdere personen hebben opgelicht (feiten 3 en 4). In dit vonnis komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
3.3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte het woord gevoerd. De rechtbank zal - voor zover relevant - hier nader op ingaan.
3.4.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in
bijlage IIopgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, hetgeen aan dit vonnis zal worden gehecht.
3.5.
Bewijsoverwegingen feiten 1 en 2 (mensenhandel)
3.5.1
Juridisch kader mensenhandel
Aan de verdachte is het delict mensenhandel ten laste gelegd, strafbaar gesteld in artikel 273f Sr. Deze strafbaarstelling is gericht op het tegengaan van uitbuiting van mensen. Het belang van het individu bij het behoud van zijn of haar lichamelijke en geestelijke integriteit en persoonlijke vrijheid staat daarbij voorop. Artikel 273f Sr. beoogt bescherming te bieden tegen de aantasting van die integriteit en/of vrijheid. Van uitbuiting in de prostitutie kan worden gesproken wanneer de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin de ‘gemiddelde mondige prostituee in Nederland’ verkeert, die zelf bepaalt voor wie, maar ook waar, wanneer, met wie, en hoe zij werkt, dat wil zeggen onder welke omstandigheden. Of sprake is van uitbuiting is dus sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Deze omstandigheden kunnen dusdanig zijn, dat bij gedragingen die onder de gegeven omstandigheden zijn begaan, (het oogmerk van) uitbuiting kan worden verondersteld.
3.5.2
Beoordeling
Algemeen
[aangeefster 1] en [aangeefster 2] hebben aangifte gedaan van mensenhandel door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] ( [medeverdachte] ) in de vorm van seksuele uitbuiting. Op meerdere momenten hebben zij verklaringen afgelegd. De rechtbank acht die verklaringen, nu deze in de kern consequent en consistent zijn, betrouwbaar en deze verklaringen worden (op onderdelen) ondersteund door andere bewijsmiddelen, zoals weergegeven in bijlage II bij dit vonnis. De verdachte heeft ter terechtzitting zelf ook erkend dat zij allemaal in de prostitutie zaten. Volgens de verdachte was echter sprake van vrijwilligheid bij de aangeefsters. De rechtbank gaat hier niet in mee en overweegt ten aanzien van beide aangeefsters als volgt.
Aangeefster [aangeefster 1]
heeft alleen en/of met [aangeefster 2] prostitutiewerkzaamheden verricht.
[aangeefster 1] kende een moeilijke thuissituatie met de nodige conflicten. Zij had daardoor niet een thuisbasis om op terug te vallen. Dat [aangeefster 1] een moeilijke relatie had met haar familie, wist de verdachte. Daar kwam bij dat [aangeefster 1] aanvankelijk geen geld had en daarvoor afhankelijk was van de verdachte. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij eerst van zijn geld hebben geleefd en dat het daarna de bedoeling was dat zij van het geld dat [aangeefster 1] verdiende met prostitutiewerkzaamheden konden leven. In de relatie tussen [aangeefster 1] en de verdachte was voorts sprake van geweld. [aangeefster 1] heeft verklaard dat zij meermaals door de verdachte is mishandeld, hetgeen ondersteuning vindt in ander bewijsmateriaal. De verdachte heeft op de terechtzitting ook verklaard dat hij een agressieprobleem heeft. In aanvulling op het voorgaande blijkt uit de verklaring van [aangeefster 1] en twee getuigen dat de verdachte haar sociale netwerk beperkte. Hierdoor raakte [aangeefster 1] steeds meer geïsoleerd.
De verdachte instrueerde [aangeefster 1] wanneer zij klaar moesten staan voor de prostitutiewerkzaamheden. Ook besliste hij dat [aangeefster 1] onbeschermd (zonder condoom) seksuele handelingen moest verrichten en ondergaan. Daarnaast bepaalde de verdachte de aard van de prostitutiewerkzaamheden en de bedragen die daarvoor door hem werden ontvangen. Hij hield daarbij (toe)zicht op de werkzaamheden die [aangeefster 1] verrichtte door in telefoons afspraken te controleren. Tot slot acht de rechtbank van belang dat de verdachte feitelijk de rekening van [aangeefster 1] beheerde. [aangeefster 1] heeft verklaard dat zij daar niet meer vrijelijk over kon beschikken. Bij de verdachte is ook een bankpas op naam van [aangeefster 1] aangetroffen bij zijn aanhouding.
Op basis van de hierboven weergegeven omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat bij deze gedragingen van de verdachte (het oogmerk van) uitbuiting kan worden verondersteld.
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte of [medeverdachte] [aangeefster 1] heeft geworven ten behoeve van de prostitutie. [aangeefster 1] is immers op eigen initiatief bij de verdachte ingetrokken en de prostitutiewerkzaamheden begonnen aanvankelijk met trio’s in een vrijwillig kader. De rechtbank zal de verdachte in zoverre vrijspreken. Dit brengt mee dat de ten laste gelegde periode bij feit 1 niet integraal bewezen kan worden verklaard, in die zin dat de seksuele uitbuiting in oktober 2021 begon.
Aangeefster [aangeefster 2]
heeft alleen en met [aangeefster 1] prostitutiewerkzaamheden verricht.
[aangeefster 2] verkeerde eveneens in een kwetsbare situatie. Bij haar is er sprake van een licht verstandelijke beperking en zij had bovendien een forse schuldenlast. Dat [aangeefster 2] schulden had wist de verdachte, want zij had hem daarover verteld. Uit de verklaring van [aangeefster 1] volgt verder dat [aangeefster 2] maar een heel klein deel kreeg van het geld dat zij verdiende met het sekswerk, terwijl de verdachte ten opzichte van [aangeefster 2] deed alsof het geld eerlijk zou worden verdeeld. Uit de verklaring van [aangeefster 2] volgt verder dat de verdachte op haar inpraatte om sekswerk te verrichten. Zij heeft verklaard dat ze onder druk werd gezet om te werken en dat zonder haar medeweten afspraken werden gemaakt met klanten. Ook moest zij sekswerk verrichten zonder dat er een condoom werd gebruikt, omdat zij dan meer geld verdiende.
Op basis van de hierboven weergegeven omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat bij deze gedragingen van de verdachte (het oogmerk van) uitbuiting kan worden verondersteld.
Bij [aangeefster 2] acht de rechtbank het ten laste gelegde werven ten behoeve van de prostitutie wel wettig en overtuigend bewezen. De verdachte heeft [aangeefster 2] immers actief benaderd om sekswerk te gaan verrichten. De actieve werving vanuit de verdachte blijkt genoegzaam uit de verklaringen van [aangeefster 2] dat de verdachte tegen haar gezegd heeft: ‘Je gaat zo lekker geld verdienen’ en ‘Ik ben met [aangeefster 1] en wij doen soms trio’s’. Deze verklaring wordt ondersteund door de verklaring van [aangeefster 1] dat de verdachte [aangeefster 2] heeft benaderd waarna zij twee seksafspraken met anderen hebben gehad.
Medeplegen?
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte [aangeefster 1] en [aangeefster 2] samen met medeverdachte [medeverdachte] seksueel heeft uitgebuit. Zij overweegt als volgt.
[aangeefster 1] heeft in haar aangifte op verschillende momenten aangegeven dat [medeverdachte] hielp bij het maken van sekswerkafspraken en dat hij aanwezig was voor het geval het ‘fout’ zou gaan. Ook is er communicatie aangetroffen tussen het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 1] , het telefoonnummer van [medeverdachte] , en dat van de verdachte. De verdachte en [medeverdachte] hebben daarin onenigheid over de seksadvertenties. Ook zijn er onderling gesprekken gevoerd over seksuele handelingen en mogelijke seksafspraken. Verder is in de telefoon van [medeverdachte] de naam ‘ [werknamen] ’ naar voren gekomen, zijnde de werknamen van [aangeefster 1] en [aangeefster 2] . Ook blijkt uit de berichtgeving op die telefoon dat er verificatiecodes van de website Kinky, de website waarop [aangeefster 1] en [aangeefster 2] geadverteerd werden, zijn verzonden en zijn zowel WhatsApp- als sms-berichten aangetroffen die duiden op seksafspraken. Dat [medeverdachte] een deel kreeg van de prostitutieopbrengsten vindt steun in de verklaring van de verdachte dat [medeverdachte] een 50/50-regeling wilde voor het geval ‘hij gepakt zou worden’. Verder had [medeverdachte] wetenschap van het geweld dat de verdachte tegen [aangeefster 1] pleegde. Dit blijkt immers uit de verklaring van [aangeefster 1] dat [medeverdachte] dit geweld heeft gezien en dan wegkeek of tegen de verdachte zei dat hij ‘eens rustig’ moest doen.
[aangeefster 2] heeft verklaard dat zij door zowel de verdachte als [medeverdachte] onder druk werd gezet om te werken in de prostitutie. Deze verklaring wordt ondersteund door berichten tussen [aangeefster 2] en [medeverdachte] . Uit die berichten blijkt bijvoorbeeld dat [aangeefster 2] geen zin had in een seksdate voor een hele nacht. [medeverdachte] antwoordde ‘gewoon doen’, ‘je wil toch geld pakken, verdienen grof’. Zowel [aangeefster 1] als [aangeefster 2] verklaarde dat zij klanten moesten ontvangen zonder afstemming over wanneer en waar. Zo stonden klanten bij [aangeefster 2] opeens voor de deur voor een seksafspraak. Dat [medeverdachte] ook daarin een aandeel heeft gehad, volgt eveneens uit de tussen hem en [aangeefster 2] uitgewisselde berichten. Berichten als: ‘Hij stond er al’ en ‘aub schat’ spreken voor zich. Voorts overweegt de rechtbank dat [medeverdachte] een administratie ten aanzien van het sekswerk bijhield, hetgeen blijkt uit aangetroffen afbeeldingen in zijn telefoon. Tot slot heeft de verdachte verklaard dat zij zich ‘met z’n vieren’ – dus hij, [medeverdachte] , [aangeefster 1] en [aangeefster 2] – bezighielden met onder meer de advertenties en dat het verdiende geld ook met [medeverdachte] werd gedeeld.
Uit deze omstandigheden leidt de rechtbank af dat ook [medeverdachte] het oogmerk heeft gehad beide aangeefsters seksueel uit te buiten. Daarmee is het ten laste gelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
3.6.
Bewijsoverwegingen feiten 3 en 4 (oplichting)
De rechtbank acht deze feiten op basis van de bewijsmiddelen en de daarin opgenomen redengevende feiten en omstandigheden bewezen. Ten aanzien van feit 4 acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen. De verdachte heeft deze oplichtingen namelijk samen met [aangeefster 1] gepleegd.
3.7.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
1
hij in de periode van 1
oktober2021 tot en met 30 april 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, [aangeefster 1] door dwang, geweld, andere feitelijkheden, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft vervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 1] en
- heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten van seksuele aard en
- heeft gedwongen en bewogen hem, verdachte, en zijn mededader te bevoordelen uit de
opbrengst van de seksuele handelingen van die [aangeefster 1] met of voor een derde en
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [aangeefster 1] ,
immers hebben hij, de verdachte, en/of zijn mededader (meermalen)
- de contacten in de telefoon van die [aangeefster 1] verwijderd, mensen geblokkeerd op het social media account van die [aangeefster 1] en geïsoleerd van haar familie en vrienden en
- seksadvertenties gemaakt, geplaatst en beheerd en
- ( vervolgens) die [aangeefster 1] verzocht sekswerk alleen te doen en
- tegen die [aangeefster 1] gezegd
• “je doet het niet alleen want ik ben toch in de buurt” en
• dat zij samen niet genoeg verdienden en geen geld meer hadden en
• dat heel veel mannen haar alleen wilden en
• dat zij een strijder was en
• dat ze altijd van hem zou zijn en
• dat hij het ook niet leuk vond maar ze niet anders konden,
- die [aangeefster 1] geslagen, gestompt, getrapt, haar keel dicht geknepen en haar hoofd tegen de rand van het bed geduwd en
- voor die [aangeefster 1] bepaald dat zij seks met klanten moest hebben zonder condoom en
- hotelkamers en vakantiehuisjes geregeld en geboekt en die [aangeefster 1] opdracht gegeven hotelkamers en vakantiehuisjes te boeken en
- contacten onderhouden met en afspraken gemaakt met (potentiële) prostitutieklanten
voor die [aangeefster 1] en met die (potentiële) klanten afspraken gemaakt over de aard van
de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen en
- tegen die [aangeefster 1] gezegd dat de man het geld altijd bij zich houdt en dat het zo was en zo ging gebeuren, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- het verdiende geld van die [aangeefster 1] afgenomen en in ontvangst genomen;
2
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 31 maart 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander [aangeefster 2] door dwang, andere feitelijkheden, misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven
envervoerd met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 2] en
- heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van diensten van seksuele aard en
- heeft gedwongen en bewogen hem, verdachte, en zijn mededader te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [aangeefster 2] met of voor een derde en
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [aangeefster 2] ,
immers hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader (meermalen)
- foto’s gemaakt ten behoeve van een seksadvertentie en
- seksadvertenties gemaakt, geplaatst en beheerd en
- tegen die [aangeefster 2] gezegd en geschreeuwd
• dat het verdiende geld bij elkaar zou worden gelegd en daarna uitgeteld zou worden en
• het verdiende geld zou worden verdeeld en
• het (verdiende) geld in beslag was genomen door de politie en
• ‘Je gaat niet stoppen’ en
• dat de politie ervan wist dat zij mensen ontving;
- contacten onderhouden met en afspraken gemaakt met (potentiële) prostitutieklanten
voor die [aangeefster 2] en met die (potentiële) klanten afspraken gemaakt over de aard van
de prostitutiewerkzaamheden en de daarvoor te betalen bedragen en klanten naar de
woning van die [aangeefster 2] laten komen en aan [aangeefster 2] doorgegeven dat er een
klant aan zou komen en
- hotelkamers en vakantiehuisjes geregeld en geboekt en
- voor die [aangeefster 2] bepaald dat zij seks moest hebben zonder condoom en
- aan die [aangeefster 2] opdracht gegeven het verdiende geld onder de deurmat te leggen en
tegen die [aangeefster 2] gezegd: ‘Anders heb je straks echt een probleem’ en
- het verdiende geld van die [aangeefster 2] afgenomen en in ontvangst genomen;
3
hij in de periode van 1 november 2022 tot en met 30 november 2022 te Leiden met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels meermalen [naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van
eengeldbedrag, door
- tegen die [naam 1] te zeggen dat hij geld nodig had voor zijn tatoeageshop en
- die [naam 1] te beloven dat hij het geld snel terug zou betalen als die shop ging draaien en
- tegen die [naam 1] te zeggen dat hij vaker af wilde spreken en hij kosten moest maken als hij naar [naam 1] toe moest komen en geld wilde zien;
4
hij in de periode van 3 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van de navolgende geldbedragen:
1. [naam 2] , tot de afgifte van 180 euro en
2. [naam 3] , tot de afgifte van 160 euro en
3. [naam 4] , tot de afgifte van 625 euro,
door
- gebruik te maken van een valse nam, te weten [alias] , en
- vervolgens met gebruikmaking van deze naam op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, meer advertenties te plaatsen waarin
meerderekaartjes voor
voetbalwedstrijden te koop werden aangeboden,
- met voornoemde personen contact te onderhouden en overleg te voeren en informatie te verschaffen over de wijze van en het tijdstip van levering en betaling van die aangeboden kaartjes en
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en geleverd en
- daarbij een bankrekening, te weten [bankrekening 1] op naam van [aangeefster 1]
door te geven, waarop de te betalen aankoopbedragen inclusief verzendkosten konden worden overgeboekt of gestort en over welke rekening hij, verdachte, de beschikking had en
- daarbij zich voor te doen als eigenaar en betrouwbare verkoper van die kaartjes en
- de indruk en het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden en leveren.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De oplegging van de straf en maatregelen

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. Tevens heeft de officier van justitie vrijheidsbeperkende maatregelen gevorderd als bedoeld in artikel 38v Sr, inhoudende contactverboden met [aangeefster 1] en [aangeefster 2] voor de duur van 2 (twee) jaren.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er sterk rekening gehouden moet worden met strafmatigende factoren. Met betrekking tot de feiten 1 en 2 is de pleegperiode relatief kort en betreft het geen mensenhandel in de zwaardere categorieën, zoals tot uitdrukking gebracht in de LOVS-oriëntatiepunten. Ook moet rekening gehouden worden met de zwakbegaafdheid van de verdachte. Tot slot heeft de verdediging benadrukt dat de verdachte spijt heeft betuigd en een grotendeels bekennende verdachte is.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft de op te leggen straf en maatregelen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel in de vorm van seksuele uitbuiting van twee kwetsbare vrouwen. Dit is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers ondergeschikt zijn gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin. Door toedoen van de verdachte en zijn mededader hebben de slachtoffers onvrijwillig in de prostitutie gewerkt. Bovendien hebben zij hen financieel uitgebuit en afhankelijk gemaakt, waarbij de slachtoffers opbrengsten uit de prostitutie aan hen afstonden. Zij hebben daarmee misbruik gemaakt van de afhankelijke positie van de slachtoffers. Door zo te handelen heeft de verdachte ernstige schade aan de slachtoffers toegebracht en hun persoonlijke vrijheden ernstig geschaad, hetgeen zij allebei tijdens het uitoefenen van het spreekrecht treffend hebben verwoord. De rechtbank is van oordeel dat deze feiten met een stevige gevangenisstraf bestraft moeten worden.
De verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan oplichting van meerdere personen. Ook ten aanzien van deze feiten stond geldelijk gewin voorop, waarbij hij zich niet heeft bekommerd om de financiële gevolgen voor de slachtoffers. Bovendien heeft de verdachte misbruik gemaakt van het in hem gestelde vertrouwen.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 31 januari 2024 en constateert dat de verdachte vaker is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het Pro-Justitiarapport van 5 januari 2024 waaruit volgt dat de verdachte licht verstandelijk beperkt is, hulpbehoevend is op meerdere leefgebieden en een beperkt abstractievermogen heeft. Ook is er sprake van een psychische stoornis in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een aandachtdeficiëntie/hyperactiviteitsstoornis. De verstandelijke beperking en stoornissen waren er ook ten tijde van de ten laste gelegde feiten en beïnvloedden in aanzienlijke mate de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte. Zij belemmeren de verdachte in aanzienlijke mate in zijn vermogen om zijn leven te structureren, de verleiding van zowel snelle seks als snel geld verdienen te weerstaan en lange-termijn-doelen te koesteren. Op basis hiervan adviseert de deskundige om het ten laste gelegde in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Verder wordt het recidiverisico geschat op matig tot hoog.
De rechtbank is van oordeel dat de conclusies van de deskundige logisch volgen op het gedegen onderzoek en neemt deze conclusies dan ook over.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 30 november 2023. De reclassering schat de kans op recidive in als hoog en adviseert bij een veroordeling een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, opname in een zorginstelling en meewerken aan beschermd wonen.
Straf
De rechtbank heeft bij de bepaling van de strafmodaliteit en strafmaat aansluiting gezocht bij de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. In dit geval acht de rechtbank strafverhogend dat er meerdere slachtoffers zijn, de bewezen verklaarde feiten bijna allemaal in vereniging zijn gepleegd en de verdachte een leidinggevende rol heeft gehad bij de seksuele uitbuiting. Strafverlagend acht de rechtbank dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere of andere sanctie dan een straf die deels onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van na te melden duur met zich brengt. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot oplegging van een lagere straf dan door de officier van justitie is gevorderd. Daarnaast acht de rechtbank het van groot belang dat de verdachte ervan wordt weerhouden opnieuw in de fout te gaan, zodat zij een deel van die straf voorwaardelijk zal opleggen.
Alles afwegend acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met de voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Contactverboden (maatregelen in de zin van artikel 38v Sr)
De rechtbank acht voorts oplegging van maatregelen in de zin van 38v Sr passend en geboden, te weten een contactverbod met zowel [aangeefster 1] als [aangeefster 2] voor de duur van 3 (drie) jaren. De rechtbank is van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte zich belastend jegens hen zal gedragen. Daarom beveelt de rechtbank dat de opgelegde maatregelen dadelijk uitvoerbaar zijn. Bij overtreding van de maatregelen geldt een hechtenis van 2 (twee) weken voor iedere overtreding met een maximum van 6 (zes) maanden per maatregel.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen/de schadevergoedingsmaatregelen

7.1.
Benadeelde partij [aangeefster 1] (feit 1)
7.1.1
De vordering
[aangeefster 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 105.091,=, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 95.091,= aan materiële schade en € 10.000,= aan immateriële schade.
7.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat de vordering deels toegewezen dient te worden en sluit daarbij wat betreft het materiële deel aan bij het in het ontnemingsrapport genoemde bedrag. Voor het overige materiële gevorderde dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard te worden. Met betrekking tot het immateriële deel is de officier van justitie van mening dat € 10.000.= toegewezen kan worden. Een en ander hoofdelijk met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.1.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde € 3.400,= aan materiële schade door verkoop van het paard geen rechtstreekse schade betreft. Ook de kosten voor gemaakte schulden houden volgens de verdediging onvoldoende rechtstreeks verband met het ten laste gelegde. De kosten voor het laseren zijn onvoldoende onderbouwd, betreffen bovendien toekomstige schade en staan nog niet vast. Voor het overige gevorderde dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard gelet op het feit dat de vordering te complex van aard is.
7.1.4
Het oordeel van de rechtbank
Materieel
Omtrent de exacte omvang van de prostitutiewerkzaamheden kan aan de hand van het dossier en de onderbouwing van de benadeelde partij maar beperkt duidelijkheid worden verkregen. Dat geldt ook voor de daaruit verkregen inkomsten per klant. Het aantal klanten varieerde sterk en was afhankelijk van de dag van de week waarbij er soms op één dag vele klanten waren, maar dat het op andere dagen rustiger was. Een berekening laat zich daarom moeilijk maken. Uit het dossier volgt voorts dat de benadeelde partij niet al het geld moest afstaan en deelde in de opbrengsten van het sekswerk van [aangeefster 2] . Onduidelijk is precies welk deel van de opbrengsten uiteindelijk door de benadeelde partij werd verkregen en welk deel zij af moest staan. De rechtbank is desalniettemin van oordeel dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit 1. De rechtbank zal gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 6:97 BW.
Met inachtneming van hetgeen naar voren is gebracht, zal de rechtbank de schade ten aanzien van de prostitutiewerkzaamheden schatten op een bedrag van € 10.000,=. Voor het meer gevorderde ontbreekt een deugdelijke onderbouwing. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een dergelijke onderbouwing zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De benadeelde partij is in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering en zijn kan dit deel slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de overige gevorderde materiële posten overweegt de rechtbank als volgt. De benadeelde partij zal ten aanzien van het gevorderde bedrag voor het paard niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat dit geen rechtstreekse schade betreft door het bewezen verklaarde feit. Wat betreft de kosten met betrekking tot de pols is de rechtbank van oordeel dat deze onvoldoende onderbouwd zijn. Dit geldt ook voor het gevorderde ten aanzien van de opgelopen schulden en de kosten die verband houden met de tatoeage. Nader onderzoek daarnaar zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. Ten aanzien van deze posten wordt de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard. Zij kan dit deel van de vordering uitsluitend bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Immaterieel
In dit geval is de grondslag voor toekenning van immateriële schadevergoeding een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft, zoals reeds is toegelicht, de benadeelde partij uitgebuit en haar lichamelijke en psychische integriteit geschonden. De aard van de normschending en de door de benadeelde partij voldoende onderbouwde gevolgen daarvan zijn van dien aard dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. Er is dus een grond voor toewijzing van immateriële schadevergoeding. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 10.000,= billijk, gelet op de ernst van het bewezen verklaarde en vergelijkbare gevallen.
Totaal
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 20.000,=, bestaande uit € 10.000,= aan materiële schade en € 10.000,= aan immateriële schade.
Rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 januari 2022, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 20.000,=, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangeefster 1] . De rechtbank bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 135 dagen.
De rechtbank bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
7.2.
Benadeelde partij [aangeefster 2] (feit 2)
7.2.1
De vordering
[aangeefster 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 35.677,85, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit € 25.677,85 aan materiële schade en € 10.000,= aan immateriële schade.
7.2.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat de vordering deels toegewezen dient te worden en sluit daarbij voor wat betreft het materiële deel aan bij het in het ontnemingsrapport genoemde bedrag. Voor het overige dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard. Met betrekking tot het immateriële deel is de officier van justitie van mening dat € 10.000.= toegewezen kan worden. Een en ander hoofdelijk met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat deze te complex van aard is. Voor wat betreft de kosten voor de ID-kaart heeft de verdediging geen standpunt ingenomen. Met betrekking tot de immateriële schade is de verdediging van mening dat dit bedrag gehalveerd dient te worden naar € 5.000,= gelet op de kortere ten laste gelegde periode.
7.2.4
Het oordeel van de rechtbank
Materieel
Omtrent de exacte omvang van de prostitutiewerkzaamheden kan aan de hand van het dossier en de onderbouwing van de benadeelde partij maar beperkt duidelijkheid worden verkregen. Dat geldt ook voor de daaruit verkregen inkomsten per klant. Het aantal klanten varieerde sterk en was afhankelijk van de dag van de week waarbij er soms op één dag vele klanten waren, maar dat het op andere dagen rustiger was. Een berekening laat zich daarom moeilijk maken. Anders dan voor [aangeefster 1] het geval is, staat voor [aangeefster 2] wel vast dat zij maar een heel klein deel van het geld kreeg dat zij verdiende. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde feit. De rechtbank zal gebruikmaken van haar schattingsbevoegdheid, bedoeld in artikel 6:97 BW.
De rechtbank sluit aan bij € 1.300,= aan verdiensten per week zoals in het ontnemingsrapport is opgenomen en die voldoende volgen uit het dossier. De omvang van de gederfde inkomsten wordt daarom geschat op € 16.800,=, in overeenstemming met het ontnemingsrapport. Voor het meer gevorderde ontbreekt een deugdelijke onderbouwing. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een dergelijke onderbouwing zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De benadeelde partij is in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering en zijn kan dit deel slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de overige gevorderde materiële posten overweegt de rechtbank als volgt. De kosten voor de ID-kaart zijn voldoende onderbouwd, niet betwist en het is rechtstreekse schade. De rechtbank zal deze post van € 77,85 derhalve geheel toewijzen.
Immaterieel
In dit geval is de grondslag voor toekenning van immateriële schadevergoeding een aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106, eerste lid, aanhef en onder b, BW. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft, zoals reeds is toegelicht, de benadeelde partij uitgebuit en haar lichamelijke en psychische integriteit geschonden. De aard van de normschending en de door de benadeelde partij onderbouwde gevolgen daarvan zijn van dien aard dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. Er is dus een grond voor toewijzing van immateriële schadevergoeding. Bij de hoogte van de toekenning van de schadevergoeding weegt de rechtbank mee dat, anders dan bij [aangeefster 1] , de duur van de prostitutie korter was en er geen sprake is geweest van geweld. De rechtbank acht gelet hierop een bedrag van € 5.000,= billijk. De benadeelde partij de gelegenheid bieden het overige deel nog nader te onderbouwen, zou een onevenredige belasting van het strafproces opleveren. De benadeelde partij is in zoverre niet-ontvankelijk en kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Totaal
De rechtbank zal de vordering toewijzen tot een bedrag van € 21.877,85, bestaande uit € 16.877,85‬ aan materiële schade en € 5.000,= aan immateriële schade.
Rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 februari 2022, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte hoofdelijk de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 21.877,85,=, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 februari 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve van [aangeefster 2] . De rechtbank bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 136 dagen.
De rechtbank bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
7.3.
Benadeelde partij [naam 1] (feit 3)
7.3.1
De vordering
[naam 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 3.448,=, te vermeerderen met de wettelijke rente, bestaande geheel uit materiële schade.
7.3.2
Standpunt van de officier van justitie:
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen.
7.3.3
Standpunt van de verdediging:
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.3.4
Het oordeel van de rechtbank:
De vordering is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 3 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
De rechtbank zal de vordering integraal toewijzen, bestaande uit € 3.448,= materiële schade.
Rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 1 november 2022, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 3.448,=, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve [naam 1] . De rechtbank bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 44 dagen.
De rechtbank bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
7.4.
Benadeelde partij [naam 3] (feit 4)
7.4.1
De vordering
[naam 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 160,=, te vermeerderen met de wettelijke rente, bestaande geheel uit materiële schade.
7.4.2
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie is van oordeel dat het gevorderde geheel kan worden toegewezen.
7.4.3
Standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
7.4.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering is namens de verdachte niet (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij voldoende onderbouwd. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 4 bewezen verklaarde feit, ter grootte van het gevorderde bedrag.
De rechtbank zal de vordering integraal toewijzen, bestaande uit € 160,= materiële schade.
Rente
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 14 oktober 2021, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Proceskosten
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de proceskosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Hoofdelijkheid
Omdat de verdachte het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met een mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Hetzelfde geldt voor de toegewezen proceskosten. Daarbij geldt dat de verdachte, voor zover de mededader een bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, dat deel van de schadevergoeding en/of proceskosten niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen.
Schadevergoedingsmaatregel
De verdachte zal voor het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit worden veroordeeld en hij is daarom tegenover de benadeelde partij aansprakelijk voor schade die door dit feit aan haar is toegebracht. De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen om aan de Staat te betalen een bedrag van € 160,= vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 oktober 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald ten behoeve [naam 3] . De rechtbank bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 3 dagen.
De rechtbank bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38v, 38w, 47, 57, 60a, 273f en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.7 bewezen is verklaard, en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feiten 1 en 2:
telkens: mensenhandel, terwijl de in artikel 273f, eerste lid onder 1º, 4º, 6º en 9º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 3:
oplichting, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf,
groot 6 (zes) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
3 (drie) jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich meldt volgens afspraak bij de reclassering of zorgt dat hij tijdens de klinische opname beschikbaar is voor de reclassering na het ingaan van de proeftijd bij een nader te bepalen reclasseringsinstelling afhankelijk van de regio waar de veroordeelde klinisch geplaatst wordt. De veroordeelde blijft zich gedurende de proeftijd melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat opnemen in een FPA of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor de plaatsing. De opnamedatum dient aan te sluiten op de detentie en duurt zolang de reclassering dit in overleg met de behandelafdeling nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- verblijft, aansluitend op de klinische opname, in een RIBW of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijft duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van 3 (drie) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangeefster 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2000;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 2 (twee) weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 (zes) maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van 3 (drie) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [aangeefster 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1993;
beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 2 (twee) weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan met een maximum van 6 (zes) maanden;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
bepaalt dat de maatregelen
dadelijk uitvoerbaarzijn;
de vorderingen van de benadeelde partijen
[aangeefster 1] (feit 1)
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 20.000,=, bestaande uit € 10.000,= aan materiële schade en € 10.000,= aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2022 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [aangeefster 1] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor een bedrag van € 3.500,= niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel eveneens niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als de mededader de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
[aangeefster 2] (feit 2)
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk en hoofdelijk toe tot een bedrag van € 21.877,85, bestaande uit € 16.877,85‬ aan materiële schade en € 5.000,= aan immateriële schade en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 februari 2022 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [aangeefster 2] ;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als de mededader de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
[naam 1] (feit 3)
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 3.448,=, bestaande uit materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag , vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2022 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 1] ;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
[naam 3] (feit 4)
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe tot een bedrag van € 160,= bestaande uit materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 14 oktober 2021 tot de dag waarop deze vordering is betaald, te betalen aan [naam 3] ;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten van de benadeelde partij, begroot op nihil, en de kosten die ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog gemaakt moeten worden;
bepaalt dat als de mededader de toegewezen schadevergoeding deels of geheel aan de benadeelde partij heeft betaald de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
de schadevergoedingsmaatregelen
[aangeefster 1] (feit 1)
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 20.000,= vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 januari 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [aangeefster 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 135 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
bepaalt dat de mededader de betalingsverplichting aan de Staat deels of geheel voldoet de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
[aangeefster 2] (feit 2)
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 21.877,85 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 februari 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald
,ten behoeve van [aangeefster 2] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 136 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
bepaalt dat de mededader de betalingsverplichting aan de Staat deels of geheel voldoet de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen;
[naam 1] (feit 3)
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 3.448,=, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 1 november 2022 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 1] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 44 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
[naam 3] (feit 4)
legt aan de verdachte hoofdelijk op de verplichting om aan de Staat te betalen een bedrag van € 160,= vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 oktober 2021 tot aan de dag dat dit bedrag is betaald, ten behoeve van [naam 3] ;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 3 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
bepaalt dat de mededader de betalingsverplichting aan de Staat deels of geheel voldoet de verdachte niet meer verplicht is om dat deel te betalen of te voldoen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.R. K .A.M. Waasdorp, voorzitter,
mr. R.E. Perquin, rechter,
mr. S. Pereth, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. R. Loohuis, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 juli 2024.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 30 april 2022 te Hoofddorp, Haarlem, Utrecht. Alkmaar, Leiden , Apeldoorn, Arnhem, Kamperland, Boskoop en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (meermalen) een ander, genaamd [aangeefster 1] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van
uitbuiting van die [aangeefster 1] (sub 1) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [aangeefster 1] met of voor een derde (sub 9),
en/of
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [aangeefster 1] (sub 6)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (meermalen)
- de contacten in de telefoon van die [aangeefster 1] verwijderd en/of mensen geblokkeerd op het social media account van die [aangeefster 1] en/of (daarmee) die [aangeefster 1] geïsoleerd van haar familie en/of vrienden en/of
- aan die [aangeefster 1] voorgesteld een advertentie voor het gezamenlijk uitvoeren van trio’s
te plaatsen op seksjobs en kinky, in elk geval op seksadvertentiesites en/of
- ( een) seksadvertentie(s) gemaakt/geplaatst en/of beheerd en/of
- ( vervolgens) die [aangeefster 1] verzocht sekswerk alleen te doen en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd
• “je doet het niet alleen want ik ben toch in de buurt” en/of
• dat zij samen niet genoeg verdienden en/of geen geld meer hadden en/of
• dat heel veel mannen haar alleen wilden en/of
• dat zij een strijder was en/of
• dat ze altijd van hem zou zijn en/of
• dat hij het ook niet leuk vond maar ze niet anders konden,
• dat hij haar hondje weg zou brengen als zij haar telefoon niet op zou nemen en/of
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [aangeefster 1] geslagen/gestompt en/of getrapt en/of (haar keel dicht) geknepen en/of haar hoofd tegen de rand van het bed geduwd en/of
- voor die [aangeefster 1] bepaald dat zij seks met klanten moest hebben zonder condoom en/of
- hotelkamers en/of vakantiehuisjes geregeld en/of geboekt en/of die [aangeefster 1]
verzocht/opdracht gegeven hotelkamers en/of vakantiehuisjes te boeken en/of
- contacten onderhouden met en/of afspraken gemaakt met (potentiële) (prostitutie)klant(en)
voor die [aangeefster 1] en/of met die (potentiële) klant(en) afspraken gemaakt over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd dat de man het geld altijd bij zich houdt en/of dat het zo was en zo ging gebeuren, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- het verdiende geld van die [aangeefster 1] afgenomen en/of in ontvangst genomen;
2
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 31 maart 2022 te Apeldoorn,
Kootwijk, Amsterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
ander(en), althans alleen, (meermalen) een ander, genaamd [aangeefster 2] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een)
andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van
uitbuiting van die [aangeefster 2] (sub 1) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of
diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handelingen van die [aangeefster 2] met of voor een derde (sub 9),
en/of
- ( telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [aangeefster 2] (sub 6)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (meermalen)
- foto’s gemaakt ten behoeve van een seksadvertentie en/of
- ( een) seksadvertentie(s) gemaakt/geplaatst en/of beheerd en/of
- tegen die [aangeefster 2] gezegd en/of geschreeuwd
• dat het verdiende geld bij elkaar zou worden gelegd en daarna uitgeteld zou worden en/of
• het verdiende geld (tweewekelijks) zou worden verdeeld en/of
• het (verdiende) geld in beslag was genomen door de politie en/of
• ‘Je gaat niet stoppen’ en/of
• dat de politie ervan wist dat zij mensen ontving,
althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- contacten onderhouden met en/of afspraken gemaakt met (potentiële) (prostitutie)klant(en)
voor die [aangeefster 2] en/of met die (potentiële) klant(en) afspraken gemaakt over de aard van de prostitutiewerkzaamheden en/of de daarvoor te betalen bedragen en/of klanten naar de woning van die [aangeefster 2] laten komen en/of aan [aangeefster 2] doorgegeven dat er een klant aan zou komen en/of
- hotelkamers en/of vakantiehuisjes geregeld en/of geboekt en/of
- voor die [aangeefster 2] bepaald dat zij seks moest hebben zonder condoom en/of
- aan die [aangeefster 2] opdracht gegeven het verdiende geld onder de deurmat te leggen en/of tegen die [aangeefster 2] gezegd: ‘Anders heb je straks echt een probleem’, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- het verdiende geld van die [aangeefster 2] afgenomen en/of in ontvangst genomen;
3
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 30 november 2022 te Leiden en/of elders in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (meermalen) [naam 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter
beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een
inschuld, te weten een of meer geldbedragen, door (meermalen)
- tegen die [naam 1] te zeggen dat hij geld nodig had voor zijn tatoeage shop en/of
- die [naam 1] te beloven dat hij het geld (snel) terug zou betalen als die shop (snel) ging draaien en/of
- tegen die [naam 1] te zeggen dat hij vaker afwilde spreken en/of hij kosten moest maken als hij naar [naam 1] toe moest komen en geld wilde zien;
4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 3 oktober 2021 tot en met 14 oktober 2021 te Boskoop en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of een samenweefsel van verdichtsels,
de navolgende personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de navolgende
geldbedragen:
1. [naam 2] , tot de afgifte van 180 euro en/of
2. [naam 3] , tot de afgifte van 160 euro en/of
3. [naam 4] , tot de afgifte van 625 euro,
door
- gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse namen, te weten [alias] , en/of
- ( vervolgens) met gebruikmaking van deze namen op het internet, te weten op de website
www.marktplaats.nl, een of meer advertenties te plaatsen waarin een of meer kaartjes voor
voetbalwedstrijden, te koop werd(en) aangeboden,
- met een of meer van voornoemde personen een of meermalen contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van die aangeboden kaartjes en/of
- daarbij toe te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden toegezonden en/of geleverd en/of
- daarbij een bankrekening, te weten [bankrekening 1] op naam van [aangeefster 1] / [aangeefster 1] op/doorte geven, waarop de te betalen aankoopbedragen (inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en/of gestort en over welke rekening hij. verdachte, de beschikking had en/of
- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als bonafide/betrouwbare verkoper van die kaartjes en/of
- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij, verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou toezenden/leveren.
Bijlage II
Gebruikte bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van onderzoek [naam onderzoek] : 2021276478, van de politie eenheid Den Haag, team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel (DH) met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 1953).
De rechtbank heeft op grond van de inhoud van de gebruikte bewijsmiddelen – elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft – de overtuiging gekregen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Ten aanzien van feiten 1 en 2 (mensenhandel)
1. De verklaring van de verdachte tijdens de terechtzitting van 24 juni 2024, voor zover inhoudende:
Ik blijf erbij dat [aangeefster 1] en ik in de prostitutie hebben gezeten. Nadat [aangeefster 1] , [aangeefster 2] en ik een trio hadden gedaan vroeg ik of zij met mij, [aangeefster 1] en [medeverdachte] wilde werken, dus met z’n viertjes. Op het moment dat ik [aangeefster 1] leerde kennen wist ik niet direct van de spierziekte, wel dat zij last had van haar spieren. Ik heb [aangeefster 1] wel eens een duw en een klap gegeven. Dat was hardhandig op mijn manier met wel wat kracht. Ik heb een agressieprobleem. Ik wist van [aangeefster 2] dat zij geld nodig had. De seksadvertenties beheerden wij alle vier, [medeverdachte] , [aangeefster 1] , [aangeefster 2] en ik. Ik heb gezegd ‘Je doet het niet alleen want ik ben toch in de buurt’. Ik heb ook gezegd dat zij een strijder is. Dat ze altijd van mij zou zijn, heb ik ook gezegd. [aangeefster 1] en [aangeefster 2] hadden seks zonder condoom. Ik heb hotelkamers en bungalows geboekt voor seksafspraken. [aangeefster 1] verdiende het geld waarvan ik een deel kreeg en waar zij een deel van kreeg. Ik hield het geld van [aangeefster 1] en [aangeefster 2] bij mij onder beheer, dat hadden wij afgesproken. Ik heb afspraken gemaakt met de telefoon, dat deden wij alle vier. Ik heb op de website Kinky.nl advertenties omhoog geplaatst. Ik heb gezegd tegen haar dat veel mannen haar alleen willen, maar dat kon [aangeefster 1] zelf ook wel bedenken uit de WhatsApp-berichten. Van het geld dat zij alleen verdiende heb ik ook geprofiteerd. Eerst leefden we van mijn geld. Toen hij zij niks en had ik mijn geld. We deden alles met mijn geld. Je zou kunnen zeggen: eerst van mijn geld, nu van haar geld. In het begin van onze relatie betaalde ik bijna alles, later toen [aangeefster 1] prostitutie inkomsten kreeg betaalden wij alles van haar inkomsten, zo ging dat. Vanaf oktober is er sprake geweest van prostitutie. Van die inkomsten heb ik geprofiteerd. De inkomsten van [aangeefster 2] gingen ook deels naar bij en naar [medeverdachte] . Het blijkt dat ik “ [bijnaam] ” ben, die heeft gecommuniceerd met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen (pagina 95 e.v.) d.d. 8 april 2022, voor zover inhoudende:
Op 20 september 2021 deed betrokkene [aangeefster 1] een melding dat zij mogelijk in het loverboycircuit zat. Sinds drie weken heeft Van Winsum een relatie met [verdachte] . Sinds ze bij hem is ingetrokken heeft een nieuw telefoonnummer gekregen. Hij heeft haar contacten verwijderd.
3. Het proces-verbaal van verhoor [aangeefster 1] , uitgevoerd in opdracht van de rechter-commissaris, opgemaakt op 11 januari 2024, voor zover inhoudende:
Verhoorder: Nou is er ook nog een ander bij betrokken geweest, een [medeverdachte] .
[aangeefster 1] : [medeverdachte] , ja.
Verhoorder: Wat heeft hij dan gedaan?
[aangeefster 1] : Hij was eigenlijk een beetje [verdachte] rechterhand. Hij hielp met alles. Vooral met de afspraken maken.
Verhoorder: Want wat was de rol van [medeverdachte] hierbij dan?
[aangeefster 1] : Veiligheid en afpersen en de afspraken maken.
Verhoorder: Oké, wat weet [medeverdachte] over jouw medische kwetsbaarheid?
[aangeefster 1] : Ja, ze waren er alle twee bij toen ik een van mijn heftigste epilepsieaanvallen heb gekregen.
[aangeefster 1] : En ze wisten ook alle twee over mijn spierziekteaandoening.
Verhoorder: Wat heeft [medeverdachte] gehoord of gezien van het geweld wat er tegen jou gebeurd is?
[aangeefster 1] : Maar hij heeft het zeker wel vaak gezien. Ook gehoord.
Verhoorder: Wat zag die dan?
[aangeefster 1] : Nou ja, dat [verdachte] mij pijn deed, mij sloeg of mij hard kneep of mij hard vast pakte of mijn keel vast pakte of mij weggooide.
Verhoorder: Wat gebeurde er dan als hij dat deed?
[aangeefster 1] : Of hij keek de andere kant op of hij zei ‘ [verdachte] doe eens rustig’.
4. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster [aangeefster 1] (pagina 829 e.v.) d.d. 18 april 2023, voor zover inhoudende:
Het begon met [verdachte] en mij dat wij samen betaalde trio’s deden. Op een gegeven moment vroegen veel mannen naar mij alleen. Ik wilde dat niet want dat was niet de afspraak. [verdachte] vond dat wij samen niet genoeg verdienden, dus ik moest alleen. Ik ben het daar heel lang niet mee eens geweest. [verdachte] kreeg op een gegeven moment ook losse handjes. Van die ene keer kwamen er ontelbare keren. Als ik klaar was kwam hij als een juichende supporter binnen. Hij was dan weer aardig, dat luchtte mij op. Dan had ik gelukkig geen ruzie. Dat had ik liever dan dat ik het huis door werd gemept. Op een gegeven moment zaten [verdachte] en ik in een vakantiepark in Apeldoorn. Toen is [aangeefster 2] erbij gekomen om samen trio’s te gaan doen. We zouden al het geld op een hoop gooien en dat zou dan aan einde van de week worden verdeeld. Ik weet niet hoeveel geld [aangeefster 2] uiteindelijk heeft gezien, maar dat is echt niet veel. Op een gegeven moment moest ik er alleen mee door gaan. Ik zag hem toen hooguit één keer per week en hij nam het meeste van het geld dan mee. [verdachte] had op een gegeven moment mijn telefoon en bankieren-app. Ik moest een nieuwe rekening voor hem openen. Hij heeft toen heel veel betaalverzoeken verstuurd. Ik had een keer de code veranderd. Binnen tien minuten lag ik met mijn bek tegen de rand van het bed aan. Het was eigenlijk meer zijn rekening dan die van mij. Toen ik een keer iets wilde betalen werd hij zo boos. Mijn toon stond [verdachte] niet aan en toen ben ik de eerste keer bewusteloos geraakt. Hij greep dan tussen mijn nek en mijn schouder. Toen greep hij bij mijn keel. Hij heeft mij ook een keer hard door de kamer gegooid. Ik was toen even weg. Vanaf dat moment heb ik nooit meer een weerwoord gehad over wat er met die rekening gebeurde. Ik heb een lijstje gemaakt van de mishandelingen. Tand door de lip, tand eruit geslagen, neergeslagen, bewusteloos, flauwvallen, keel dicht knijpen, ontelbare blauwe plekken, bloedneuzen, blind door een SOA, dikke kaak. Ik had bijna geen vrijheid. Ik mocht eigenlijk niet naar mijn moeder of vrienden in [plaatsnaam] gaan. Ik mocht wel naar de zonnebank. Hij stalkte mij. Als ik ergens naar toe ging moest ik binnen no-time weer terug gaan. De seksafspraken begonnen in oktober 2021. Ik ging tussen mijn geblokkeerde lijst kijken wie hij allemaal had geblokkeerd op social media.
5. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 1] (pagina 871 e.v.) d.d. 25 januari 2023.
Al vrij snel zei [verdachte] tegen mij dat we veel meer zouden verdienen als ik alleen zou gaan. “Heel veel mensen vragen naar jou alleen. Heel veel mannen willen jou alleen.” Dat ompraten ging met dingen beloven, zeggen dat ik een strijder was. Dat we dit konden. Dat er bij seks geen gevoel zit. Dat ik altijd van hem zou zijn. Dat hij het ook niet leuk vindt, maar dat we niet anders kunnen.
Ik heb heel lang volgehouden dat ik dat niet wilde. Van die ene kwamen er veel meer. We hebben daarover heel vaak ruzie gehad. Hij veranderde ook heel erg in zijn gedrag. Als ik geld verdiend had dan was hij top. Zodra ik geen geld verdiende was het drama. Hij sloeg dan heel erg om naar een persoon die mij kapot maakte. De seksafspraken kwamen via Kinky en Seksjobs. Alle diensten werden aangeboden. [verdachte] bepaalde dat. Ik was het er niet mee eens. Ik werd op een gegeven moment gedwongen door hem on het zonder condoom te doen. Ik deed dat omdat ik angst had. Ik had niemand meer. Ik had alleen hem. Hij was altijd in de buurt van de seksafspraken. Hij controleerde of ik het ook zonder condoom deed omdat hij de gesprekken en de betalingen beheerde. Het bedrag moest wel kloppen. Mijn tarief was 200 euro en zonder condoom kwam er 50 euro bij. Er zijn periodes dat ik 900 euro maakte, maar ook periodes van 500 euro. Ik wilde eigenlijk nooit meer dan één klant per dag, maar [verdachte] praatte mij eigenlijk altijd wel om naar twee of drie klanten. Ik werkte elke dag en was de hele dag beschikbaar. De seksafspraken vonden plaats in hotels, meestal in Van der Valk-hotels. De hotels werden dan op mijn naam geboekt. Hij regelde de seksafspraken en het contact met de klanten. Hij rekende met ze af en liet ze dan binnen. Het geld dat ik verdiende ging allemaal naar hem. Ik heb in Hoofddorp, Alkmaar, Leiden , Zeeland, Apeldoorn, Kamperland en Arnhem gewerkt. Ook in vakantieparken. De seksafspraken waren van oktober 2021 tot en met april 2022. Op een gegeven moment leef je in een soort sleur. Je luistert niet meer naar je zelf en heb geen eigen mening meer. Je doet alleen nog maar wat hij zegt en wat hij wil. Op een gegeven moment kwam hij 1 a 2 keer per week langs om geld op te halen. Ik gaf het geld aan hem. Hij zei dat de man het geld altijd bij zich houdt. Op een gegeven moment wilde hij dat ik anaal ging doen. Ik weet niet waarom ik niet eerder ben weggegaan. Ik had het gevoel dat ik hem nodig had en dat ik niet zonder hem verder kon. [aangeefster 2] is benaderd door [verdachte] . Diezelfde week hadden wij een kwartet met een ouder stel. In het begin kreeg [aangeefster 2] gewoon haar deel van het geld. Toen wij het bij haar thuis gingen doen ging het geld direct op de grote stapel van [verdachte] . De afspraken voor mij en [aangeefster 2] werden gemaakt door mij, [verdachte] of [medeverdachte] . Het is heel erg, maar ik liet haar het meeste werk doen om dat ik het zelf niet wilde. Op dat moment zit je in de overlevingsmodus en denk je alleen aan jezelf. Als ik geen afspraken maakte dan had ik een probleem. [aangeefster 2] heeft 3 à 4 maanden voor [verdachte] gewerkt. [verdachte] heeft [aangeefster 2] ook best vaak laten huilen. Hij is best hard. Zij is volgens mij een beetje verstandelijk beperkt. Dat heeft ze geloof ik wel eens verteld. Ze is niet helemaal honderd.
Ik weet dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat al het geld bij elkaar opgeteld werd. Daar worden de kosten vanaf gerekend en dat wordt verdeeld. [aangeefster 2] werkte alleen in de avond, meestal 4 a 5 dagen in de week. Zij zat op 150 euro per uur. Volgens mij was [aangeefster 2] verliefd op [verdachte] . [aangeefster 2] kreeg niet veel. [aangeefster 2] kreeg ongeveer 10%. Ik kreeg niets. Als hij een dag er niet was dan kreeg ik geld mee voor twee dagen, dat was het. Voor de rest liet hij het geld bij zich. De mishandelingen hebben constant plaats gevonden.
6. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 1] (pagina 903 e.v.) d.d. 15 april 2023, voor zover inhoudende:
[medeverdachte] was een vriend van [verdachte] . Er waren meerdere telefoons en hij had ook een telefoon in bezig om afspraken te maken. Hij was er altijd bij voor de veiligheid. Hij was altijd samen met [verdachte] , tenzij [verdachte] weg moest, dan bleef [medeverdachte] bij ons. [medeverdachte] regelde ook seksafspraken. [medeverdachte] was er zo vaak bij. Als hij zijn kinderen niet had dan was hij erbij. Als [verdachte] weg was dan was [medeverdachte] diegene die aan het appen was. Er waren twee telefoons, 1 voor het account van [aangeefster 2] en 1 voor mijn account. [medeverdachte] kreeg betaald. [medeverdachte] was er de laatste periode erbij, zo’n vijf maanden. [medeverdachte] luisterde naar [verdachte] wat hij moest doen. Als er een seksafspraak was hoorde ik dat ook van [medeverdachte] . Hij liet het altijd aan [verdachte] weten, dus ik had niet de mogelijkheid om te weigeren. Alleen [verdachte] had toegang tot mijn bankrekening. Mijn bankrekening stond gekoppeld aan de advertenties.
[verdachte] heeft [aangeefster 2] benaderd. Die eerste ontmoeting was heel ongemakkelijk. De dag erna moesten we gelijk samen aan het werk. [verdachte] en [medeverdachte] zeiden dat een ‘hok’ hadden bij die [naam 5] .
De reden dat [aangeefster 2] dit bleef doen. Daar zal [verdachte] een rol in hebben gespeeld. Valse beloftes dat weet ik wel. Ze hadden gezegd dat [medeverdachte] het geld mee had om iets mee uit te rekenen ofzo. Toen zou [medeverdachte] dat geld naar [aangeefster 2] brengen en toen hij verteld dat hij was opgepakt en het geld was ingenomen. Maarja dat zei hij tegen [aangeefster 2] . Maar dat was natuurlijk bullshit en zo was het elke keer wat.
[aangeefster 2] deed het sekswerk ergens in december tot aan februari/maart 2022.
7. Het proces-verbaal van verhoor [aangeefster 2] , uitgevoerd in opdracht van de rechter-commissaris, opgemaakt op 11 januari 2024, voor zover inhoudende:
Verhoorder: En hoe deden ze dat?
[aangeefster 2] : Eerst deed [verdachte] het en toen kwam [medeverdachte] erbij en ze zeiden ‘ja je hebt zoveel geld en we willen je erbij. Alleen maar om het geld.
Verhoorder: Deed [verdachte] dat alleen? Dat wat je verteld hebt in je aangifte?
[aangeefster 2] : Hij deed het met [medeverdachte] samen.
Verhoorder: Ja. Hé en wisten zij van die schuld af [verdachte] en [medeverdachte] ?
[aangeefster 2] : Ze wisten wel dat ik ook gefraudeerd ben.
8. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 2] (pagina 935 e.v.) d.d. 5 april 2023, voor zover inhoudende:
Op een gegeven moment kwam ik in contact met [verdachte] . Ik was daarvoor gefraudeerd en wist even niet wat ik moest doen. [verdachte] stelde voor om samen te werken. Op een gegeven moment was het met z’n drieën, [aangeefster 1] , [verdachte] en ik. [verdachte] ging van mij en [aangeefster 1] foto’s maken dat ging op de site. [verdachte] was de telefoonhouder en de berichten gingen naar [verdachte] . [verdachte] zei tegen mij in het huisje in Apeldoorn dat ik zo lekker geld ga verdienen. Toen kwamen er klanten. Elke keer ging het geld naar [verdachte] toe. Eind van de week zou het uittellen. Op een gegeven moment kwamen er klanten bij mij thuis. [aangeefster 1] kwam daar ook. Ik had niet altijd tijd, want ik had een druk leven daarnaast. Ik gaf af en toe aan dat het klaar was. Op een gegeven moment kwam [medeverdachte] erbij. [medeverdachte] moest van [verdachte] leuk tegen mij doen zodat hij ook geld kon gaan verdienen. Elke keer als er een klant was geweest ging het geld naar [verdachte] . [medeverdachte] heeft tegen mij gezegd dat hij geld zou gaan ophalen in Den Haag, dat allemaal naar [verdachte] is gegaan. [verdachte] was met een andere vrouw bezig. [aangeefster 1] zei dat hij pas bij haar weg zou gaan als hij geld van mij krijgt. Ik heb [aangeefster 1] en [verdachte] leren kennen in het najaar van 2021. Wij hadden aardig wat geld bij elkaar maar dat is allemaal naar [verdachte] gegaan. Hij hoeft zijn lichaam niet echt te geven, maar [aangeefster 1] en ik wel. Op een gegeven moment heb ik gezegd dat van dit doe ik niet meer. [verdachte] ging mij toen bang maken met politie en de buren zouden het allemaal weten. [verdachte] kon mij bang maken. Hij kon heel erg boos zijn. Ik moest van [verdachte] het geld onder de deurmat leggen. Hij kwam het dan later ophalen. Hij werd boos. Hij ging mij continu bellen. ‘Je gaat godverdomme dat geld onder de deurmat leggen’. [verdachte] heeft foto’s voor de websites gemaakt van mij met [aangeefster 1] in lingerie. [verdachte] had contact met de klanten en [medeverdachte] op een gegeven moment ook. Zelfs als ik aan het werk was ging [verdachte] mij appen en bellen van wanneer ben je thuis. Er kon zo iemand komen. Of dat hij gewoon een afspraak maakt zelfs als ik niet thuis ben. Dan gaan mensen gewoon bij mij thuis aanbellen. Ik heb twee maanden sekswerk gedaan. Op een gegeven moment zei ik rond 23.30 uur ik stop er mee. Ik kreeg dan dreigement van [verdachte] dat er nog iemand kwam. Ik heb zelf een keer gehad dat ik aan het slapen was en dat er toch iemand aanbelde. Ik had soms vier of vijf klanten per dag. Ik moest van [verdachte] zonder condoom doen omdat we dan meer geld zouden verdienen. Als ik mijn telefoon niet opnam dan bleef hij bellen. Hij wilde de controle houden. [medeverdachte] maakte ook afspraken en dan belde hij mij van: ‘er komt zo iemand’. Eigenlijk moet [medeverdachte] ook de bak in. Als ik aangaf dat ik een klant niet wilde dan kwamen ze toch wel. Ik ben niet mishandeld door [verdachte] . Ik vond het werk met de klanten vies. Sommige klanten kunnen je vader zijn. Het is gewoon goor.
9. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 2] (pagina 954 e.v.) d.d. 16 april 2023, voor zover inhoudende:
V: Werd [aangeefster 1] mishandeld door [verdachte] ? A: Ja, eigenlijk wel. Het huisje waar wij zaten was in Apeldoorn op een Landal-park. Ik kwam ook bij klanten thuis. Maar ook in Van der Valk hotels, bijvoorbeeld in Leidschendam. Ik heb gezien dat [medeverdachte] seksafspraken maakte. [medeverdachte] deed alles samen met [verdachte] . Ik denk dat hij daar ook geld voor kreeg. Ik ben bang voor [verdachte] .
10. Het proces-verbaal van bevindingen (pagina 979) d.d. 10 juli 2023, voor zover inhoudende:
In één van de volgende berichten stuurde [medeverdachte] dat hij was aangehouden en die nacht op het
bureau had gezeten, omdat hij een controle was ingereden, Hij stuurde dat hij het geld was gaan halen en dat hij nu alles kwijt was. ln de tekst werd het bedrag van 100 en 3500 genoemd. Het is niet af te leiden welk bedrag kwijt was geraakt. [medeverdachte] stuurde dat hij nu geen cadeau kon halen voor zijn zoon die zondag jarig was. [medeverdachte] zou tegen de politie hebben gezegd dat hij het geld van een vriend had geleend. Nu moest hij woensdag met een vriend langs. [aangeefster 2] stelde voor dat [verdachte] meeging, waarop [medeverdachte] stuurde dat [verdachte] geen geldig inkomen had. [verdachte] zou het ook nog niet weten.
Opmerking verbalisant: lk, verbalisant, heb een onderzoek ingesteld in de politiesystemen. Hieruit bleek niet dat [medeverdachte] in het jaar 2021 of 2022 een politiecontrole in was gereden, danwel dat er bij hem geld in beslag was genomen.
11. Het proces-verbaal van bevindingen gesprek getuige [getuige 1] (pagina 143) d.d. 26 juli 2022, voor zover inhoudende:
Ik heb [aangeefster 1] in september 2021 voor het laatst gezien. [aangeefster 1] vertelde dat zij mij overal voor moest blokkeren van [verdachte] .
Ik kreeg te horen van [verdachte] , via de telefoon van [aangeefster 1] , dat ik de relatie van [verdachte] en [aangeefster 1] in de weg stond en dat ik weg moest in verband met mijn kinderachtige gedrag.
12. Het proces-verbaal van bevindingen gesprek met getuige [getuige 2] (pagina 146) d.d. 12 augustus 2022, voor zover inhoudende:
Getuige [getuige 2] verklaarde ons het volgende:
- dat hij probeerde contact op te nemen met [aangeefster 1] ;
- dat hij vervolgens via Facebook Messenger bedreigingen kreeg van [verdachte] via het Facebook-account van [aangeefster 1] ;
- dat hij over de telefoon werd bedreigd door verdachte [verdachte] .
13. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende Update en aanvraag bankpas (pagina 1421) d.d. 10 oktober 2023, voor zover inhoudende:
Op 1 augustus 2023 werd verdachte [verdachte] aangehouden ter zake mensenhandel,
oplichting en identiteits-fraude.
Er werd een Rabobankpas op naam van slachtoffer [aangeefster 1] aangetroffen.
14. Het proces-verbaal van bevindingen betreffende iPhone A.01.01.002 (pagina 994), d.d. 19 juli 2023, voor zover inhoudende:
Op 14-2-2022 is er door [bijnaam] een Whatsappgesprek gestart. Het Whatsappgesprek werd gevoerd tussen [bijnaam] en [aangeefster 1] . Op 26-3-2023 zegt [bijnaam] tegen [aangeefster 1] dat hij niks binnenkrijgt van Kinky. [bijnaam] vraagt aan [aangeefster 1] moet jij ff omhoog plaatsen. Op 21-4-2022 zegt [bijnaam] tegen [aangeefster 1] dat ze een ondankbaar kk wijf is en de woorden breekt je arm.
15. Het proces-verbaal van bevindingen Gesprek met [naam 6] (pagina 1353), d.d. 21 juni 2022, voor zover inhoudende:
lk ben de oudere zus van [aangeefster 1] .
Het gaat niet erg best met mijn zus. Ze heeft sinds een jaar een relatie met [verdachte] . Mijn zusje wordt erin meegetrokken. Ze heeft geen toegang tot haar eigen bankzaken. Ze heeft geen toegang tot haar eigen bankrekeningen. Hij haalt steeds geld van haar rekening. Ook haar uitkering, dat pint hij dan.
Ik heb gezien dat ze een tand miste.
16. Het proces-verbaal van bevindingen Gesprek met de moeder van [aangeefster 2] (pagina 1423), d.d. 24 augustus 2023, voor zover inhoudende:
Op donderdag 24 augustus 2023 heb ik telefonisch gesproken met de moeder van [aangeefster 2] , [naam 7] .
lk heb aan [naam 7] gevraagd of ze mij kon vertellen hoe [aangeefster 2] als persoon is.
Toen [aangeefster 2] klein was is ze naar speciaal onderwijs gegaan. Zij was heel laat met praten. Zij heeft een Wajong-uitkering gekregen. [aangeefster 2] heeft een beperking in de sociale omgang met anderen. Zij ziet ook geen gevolgen en dat dingen verkeerd kunnen aflopen. De vader van [aangeefster 2] regelt haar administratie.
Ten aanzien van feit 3 (oplichting [naam 1] )
17. Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] (pagina 1127 e.v.) d.d. 6 juni 2023, voor zover inhoudende:
Op 12 november 2022,leerde ik een man kennen via Badoo genaamd [verdachte] . Al snel begon [verdachte] dat hij geld nodig had voor zijn tatoeage shop. Hij zou het geld snel terug betalen als de shop ging draaien. Ook gaf hij aan als ik geen geld over zou maken hij niet langs kom komen omdat hij hiervoor kosten moest maken. Ik heb in de periode van 12 november 2022 tot 26 november 2022 op verzoek van [verdachte] € 3.488 overgemaakt naar het rekeningnummer [bankrekening 2] op naam van [aangeefster 1] .
18. De geschriften, zijnde screenshots van overboekingen door [naam 1] aan [aangeefster 1] op rekeningnummer [bankrekening 2] , pagina’s 1131 tot en met 1142, integraal.
19. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 1] (pagina 829 e.v.) d.d. 18 april 2023, voor zover inhoudende:
V: Je zei ook dat hij op een gegeven moment vrouwen ging oplichten. Wat kan je daarover vertellen? A: lk zag al die namen voorbijkomen op mijn bank. De laatste paar weken dat ik bij hem was, kwam er ook een [naam 1] langs. Toen stuurde ze mij een bericht. lk heb toen met die [naam 1] gebeld. Zij had mij het verhaal uitgelegd hoe dat is gegaan. Zij hebben elkaar ook via Badoo leren kennen. Ze komt uit Den Haag. Zij spraken ook al vrij snel af bij haar huis. Daar hebben zij ook seks gehad. Toen kwam al vrij snel dat hij in de problemen zat. Toen heeft zij vaak geld overgemaakt. Ze is ook best wel bang voor hem.
Ten aanzien van feit 4 (oplichting voetbalkaartjes)
De rechtbank zal voor feit 4 met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
20. De bekennende verklaring van de verdachte [verdachte] tijdens de terechtzitting van 24 juni 2024.
21. Het proces-verbaal van verhoor van [aangeefster 1] (pagina 833, 850-852) d.d. 18 april 2023.
22. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 3] (pagina 1114) d.d. 1 november 2021.
22. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 4] (pagina 1117) d.d. 28 oktober 2021.
22. Het proces-verbaal van aangifte door [naam 2] (pagina 1120) d.d. 10 maart 2023.