ECLI:NL:RBDHA:2024:10408
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de terugvordering van zorgtoeslag en de vaststelling van het inkomen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 20 juni 2024, in de zaak SGR 23/6791, wordt het beroep van eiser tegen de vaststelling van de zorgtoeslag en de terugvordering daarvan beoordeeld. Eiser ontving zorgtoeslag, maar na een wijziging in zijn inkomensgegevens door de Belastingdienst, werd de zorgtoeslag verlaagd en een bedrag van € 710,- teruggevorderd. Eiser betwistte de hoogte van de terugvordering en stelde dat hij niet in staat was om het bedrag terug te betalen, en vroeg om kwijtschelding of een betalingsregeling.
De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de zorgtoeslag op basis van de juiste inkomensgegevens heeft vastgesteld. De rechtbank stelt vast dat de terugvordering van het teveel betaalde bedrag gerechtvaardigd is, en dat eiser niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. De rechtbank wijst erop dat eiser de mogelijkheid heeft om het teruggevorderde bedrag in termijnen te betalen en dat hij een persoonlijke betalingsregeling kan aanvragen indien nodig.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft. Eiser heeft geen recht op een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak benadrukt het belang van de vaststelling van het inkomen door de Belastingdienst en de regels omtrent de terugvordering van zorgtoeslag.