ECLI:NL:RBDHA:2024:10346
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- E.E.M. van Abbe
- M. van Ettikhoven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met medische behandeling
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S.J. Koolen, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor medische behandeling, welke op 17 april 2024 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. K. Diender, was afgewezen. Verzoeker had bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij in een hotel verbleef met hulp van het Rode Kruis, en vreesde voor zijn opvang en zorg na 6 juni 2024.
De voorzieningenrechter overwoog dat verzoeker niet voldoende had onderbouwd dat hij in een medische noodsituatie zou komen indien geen ordemaatregel werd getroffen. Ondanks zijn medische situatie, waaronder astma en een geschiedenis van alcoholmisbruik, was er geen bewijs dat hij na 6 juni 2024 geen opvang zou hebben. De voorzieningenrechter concludeerde dat er op dat moment geen reden was om een ordemaatregel te treffen en wees het verzoek af. Tevens werd er geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op 5 juni 2024 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.