ECLI:NL:RBDHA:2024:10336

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
C/09/667002 / JE RK 24-988
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

Op 26 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland over een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, omdat de minderjarige positieve veranderingen in zijn gedrag vertoont, maar nog steeds ernstige problemen heeft met emotieregulatie. De minderjarige verblijft momenteel in een gesloten groep van Pluryn en heeft eerder een korte periode op een open groep doorgebracht, wat leidde tot onrust en een terugval in zijn gedrag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te ondersteunen en te voorkomen dat hij zich onttrekt aan de benodigde hulp. De kinderrechter heeft de machtiging voor een periode van zes maanden verleend, met de hoop dat de minderjarige kan werken aan zijn problemen en dat er aandacht is voor het contact met zijn ouders. De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 4 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/667002 / JE RK 24-988
Datum uitspraak: 26 juni 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. N.M. Zeeman te Zoetermeer.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 1],
en
[naam 2],
hierna te noemen: de gezinshuisouders,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 30 mei 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 25 juni 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 juni 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 3] , namens de gecertificeerde instelling;
  • [de minderjarige] met zijn advocaat;
- [naam 1] , de gezinshuisouder.
1.3.
[naam 2] is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat zij wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [de minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [de minderjarige] heeft hierover – in aanwezigheid van zijn advocaat – een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 2 oktober 2013 van de rechtbank Midden-Nederland zijn de ouders van [de minderjarige] van het gezag ontheven en is [de minderjarige] onder voogdij gesteld van Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht, dat later onderdeel is geworden van Samen Veilig Midden-Nederland.
2.2.
Bij beschikking van 30 juli 2015 van de rechtbank Midden-Nederland is Samen Veilig Midden-Nederland van de voogdij over [de minderjarige] ontslagen en is [de minderjarige] onder de voogdij gesteld van de gecertificeerde instelling
2.3.
[de minderjarige] verblijft op een gesloten groep in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, te weten Pluryn in Maarsbergen.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 21 december 2023 de machtiging verlengd [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 28 juni 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [de minderjarige] verblijft sinds juni 2023 op een gesloten groep van Pluryn. [de minderjarige] is in april 2024 een zeer korte periode geplaatst op een open groep, waar hij onder bepaalde voorwaarden kon verblijven. De wisselende medewerkers en het gebrek aan duidelijkheid op de open groep heeft bij [de minderjarige] voor veel onrust gezorgd waardoor hij uiteindelijk weer op de gesloten groep is geplaatst. Het afgelopen jaar heeft [de minderjarige] laten zien dat hij is gegroeid in zijn reflecterend vermogen en praktische zaken zoals werk en afspraken kan nakomen. Er zijn echter nog ernstige zorgen over zijn emotieregulatie. De bokstherapie die [de minderjarige] volgt lijkt onvoldoende te compenseren. Er wordt gekeken naar aanvullende hulpverlening op dit gebied, met voorkeur voor de Waag. De gecertificeerde instelling geeft aan dat de komende periode gewerkt zal worden aan meer openheid binnen de gesloten groep voor [de minderjarige] . [de minderjarige] heeft behoefte aan structuur, duidelijkheid en de manier waarop dat in geslotenheid wordt opgepakt, maar er zijn ook veel aspecten van geslotenheid die hij niet nodig heeft waardoor dit mogelijk is. De plaatsing van [de minderjarige] op de open groep in april2024 is te overhaast verlopen waardoor de gecertificeerde instelling ervoor wil zorgen dat het dit keer gedegen verloopt zodat de kans dat een open plaatsing de volgende keer zal slagen groter is. Ook zal de komende periode aandacht zijn voor het zoeken van de moeder en het opbouwen van het contact met de vader.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [de minderjarige] is ingestemd met het verzochte. [de minderjarige] begrijpt dat gesloten plaatsing op dit moment nodig is, maar wil niet dat die nog langer zal duren dan zes maanden. [de minderjarige] wil graag terug naar het gezinshuis en als dat niet kan naar begeleid wonen in de buurt van het gezinshuis. Plaatsing op een open groep is geen optie volgens [de minderjarige] . [de minderjarige] heeft aangegeven de hulpverlening van de Waag te willen accepteren om zo aan zijn problematiek te werken.
4.2.
Door de gezinshuisouder is ingestemd met het verzoek. De momenten dat [de minderjarige] komt logeren merken de gezinshuisouders dat [de minderjarige] behoefte heeft aan duidelijkheid. De afspraken die zij met [de minderjarige] maken worden nagekomen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)). Omdat de voogdij over [de minderjarige] bij de GI berust, is een ondertoezichtstelling van [de minderjarige] niet vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. Ondanks de terugval van [de minderjarige] op de open groep in april 2024 ziet de kinderrechter positieve veranderingen in het gedrag van [de minderjarige] ten opzichte van vorig jaar. [de minderjarige] is rustiger en kan meestal beter met vrijheden omgaan. Zo helpt [de minderjarige] elke vrijdag mee in het hoveniersbedrijf van zijn (pleeg-)broer. Ook ziet [de minderjarige] beter waar hij vastloopt en dat hij hulp nodig heeft voor zijn agressie. De kinderrechter vindt een gesloten plaatsing op dit moment noodzakelijk gelet op zijn problematiek, maar gunt [de minderjarige] zo veel mogelijk vrijheden. Het is belangrijk dat [de minderjarige] de komende periode start met een behandeling bij de Waag om te werken aan zijn emotieregulatie. Verder is het goed dat er aandacht is voor (uitbereiding van) de contactmomenten met de vader en het broertje van [de minderjarige] en dat er gezocht wordt naar de moeder, zodat [de minderjarige] de gelegenheid heeft om haar te ontmoeten. De kinderrechter hoopt dat dit zal lukken. Gelet op het bovenstaande is de kinderrechter van oordeel dat het noodzakelijk is om de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlengen.
5.3.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 28 juni 2024 tot 28 december 2024.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.
Tekst