Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- [naam] , namens het college;
- [de minderjarige] met haar advocaat;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 juni 2024 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, die op 29 juni 2024 meerderjarig wordt. De minderjarige heeft al jaren te maken met ernstige problematiek en risico's, waardoor zij in onveilige situaties terechtkomt. De kinderrechter oordeelt dat plaatsing in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen. De kinderrechter benadrukt echter dat deze maatregel alleen niet voldoende is; er moet ook een passende woonplek en hulpverlening voor de minderjarige worden gevonden.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel verblijft in de gesloten accommodatie Schakenbosch, maar dat er zorgen zijn over de afgegeven WLZ-indicatie, die te laag lijkt gezien de ernst van haar problematiek. De kinderrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage, dat om een machtiging vroeg om de minderjarige in een gesloten accommodatie te laten verblijven voor de duur van zes maanden na haar meerderjarigheid.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de minderjarige, bijgestaan door haar advocaat, verweer gevoerd tegen het verzoek. De minderjarige wenst naar huis of naar een open groep te gaan, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de risico's te groot zijn. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging voor een periode van drie maanden te verlenen, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te evalueren. De kinderrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken en op schrift gesteld, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.