ECLI:NL:RBDHA:2024:10335

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
C/09/668281 / JE RK 24-1141
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp na meerderjarigheid met nadruk op veiligheid en passende hulpverlening voor kwetsbare minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter op 26 juni 2024 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, die op 29 juni 2024 meerderjarig wordt. De minderjarige heeft al jaren te maken met ernstige problematiek en risico's, waardoor zij in onveilige situaties terechtkomt. De kinderrechter oordeelt dat plaatsing in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om haar veiligheid te waarborgen. De kinderrechter benadrukt echter dat deze maatregel alleen niet voldoende is; er moet ook een passende woonplek en hulpverlening voor de minderjarige worden gevonden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel verblijft in de gesloten accommodatie Schakenbosch, maar dat er zorgen zijn over de afgegeven WLZ-indicatie, die te laag lijkt gezien de ernst van haar problematiek. De kinderrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage, dat om een machtiging vroeg om de minderjarige in een gesloten accommodatie te laten verblijven voor de duur van zes maanden na haar meerderjarigheid.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de minderjarige, bijgestaan door haar advocaat, verweer gevoerd tegen het verzoek. De minderjarige wenst naar huis of naar een open groep te gaan, maar de kinderrechter heeft geconcludeerd dat de risico's te groot zijn. De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging voor een periode van drie maanden te verlenen, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te evalueren. De kinderrechter heeft de beslissing openbaar uitgesproken en op schrift gesteld, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/668281 / JE RK 24-1141
Datum uitspraak: 26 juni 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp na meerderjarigheid
in de zaak van
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage,
hierna te noemen: het college,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [de minderjarige] ,
advocaat: mr. P.J.W de Water te 's-Gravenhage.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in ' [woonplaats 1] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 21 juni 2024;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 24 juni 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 juni 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam] , namens het college;
  • [de minderjarige] met haar advocaat;
- de moeder.
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [de minderjarige] naar haar mening gevraagd. [de minderjarige] heeft hierover – in aanwezigheid van haar advocaat – een gesprek gevoerd met de kinderrechter. [de minderjarige] heeft tijdens het gesprek een brief voorgelezen. De brief is aan het dossier toegevoegd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
2.2.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.3.
[de minderjarige] verblijft feitelijk in de gesloten accommodatie voor jeugdhulp Schakenbosch.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 28 maart 2024 de machtiging verlengd [de minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 29 juni 2024.

3.Het verzoek

3.1.
Het college verzoekt een machtiging te verlenen om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden vanaf het moment dat [de minderjarige] meerderjarig wordt.
3.2.
De machtiging wordt gevraagd zodat [de minderjarige] na haar achttiende verjaardag nog uiterlijk een half jaar bij Schakenbosch kan verblijven, in afwachting van een passende vervolgplek waar zij (langdurig) kan wonen. Het is nog niet gelukt om een vervolgplek te vinden. Er zijn inmiddels wel meerdere aanmeldingen gedaan. Het college geeft aan dat de WLZ-indicatie van [de minderjarige] te laag is afgegeven gelet op haar problematiek. Hierdoor kan [de minderjarige] op dit moment niet worden aangemeld bij een behandelgroep die passend is bij haar problematiek. Ook is er geen geschikte alternatieve woonplek voor [de minderjarige] ter overbrugging naar de toekomstige woonplek. Plaatsing van [de minderjarige] bij de vader of de moeder is niet in haar belang gelet op haar wegloopgedrag. Omdat [de minderjarige] voortdurend toezicht en continue begeleiding nodig heeft is het noodzakelijk dat [de minderjarige] ter overbrugging tot plaatsing bij een andere instelling op een gesloten groep van Schakenbosch verblijft. [de minderjarige] is erg kwetsbaar en beïnvloedbaar in haar contact met anderen en wordt steeds opnieuw slachtoffer van kwaadwillende personen. De afgelopen periode is [de minderjarige] tijdens haar verlof in verschillende keren in gevaarlijke en onveilige situaties terecht gekomen waarbij zij gedwongen seksuele handelingen heeft moeten verrichten met oudere mannen. Om de veiligheid van [de minderjarige] te waarborgen is de inzet van vrijheidsbeperkende maatregelen noodzakelijk.

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [de minderjarige] is verweer gevoerd tegen het verzochte. [de minderjarige] verzoekt primair het verzoek van het college voor een machtiging af te wijzen en subsidiair de duur van de machtiging te bekorten. [de minderjarige] wil graag naar huis of naar een open groep. Als ze 18 wordt zal zij betere beslissingen kunnen nemen en niet meer meegaan met foute mannen. De advocaat geeft aan dat hij de afgelopen jaren geen wezenlijke verandering heeft gezien van de problematiek van [de minderjarige] . Op Schakenbosch is [de minderjarige] veilig, maar voor haar ontwikkeling is daar geen passend aanbod waardoor ze in haar ontwikkeling stil blijft staan. De advocaat denkt dat de Wet zorg en dwang (Wzd) een betere basis biedt om voor [de minderjarige] een passende accommodatie te vinden.
4.2.
De moeder heeft ingestemd met het verzochte. Ter zitting heeft de moeder aangegeven dat ze het liefst wil dat [de minderjarige] bij haar thuis woont, maar beseft dat ze [de minderjarige] ’s veiligheid daar niet kan waarborgen.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter moet beoordelen of is voldaan aan de gronden in de wet voor het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp na het bereiken van meerderjarigheid (artikel 6.1.2, tweede en vierde lid, van de Jeugdwet).
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- en opvoedingsproblematiek die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid, ook na haar achttiende verjaardag op 29 juni 2024, ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er op dit moment minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. Uit de evaluatieverslagen van Schakenbosch en het verzoek van het college volgt dat de behandeling van [de minderjarige] is aangevangen voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt en wordt toegewerkt naar een andere vorm van hulp dan gesloten jeugdhulp. De gedragswetenschapper heeft ingestemd met de gesloten plaatsing.
5.3.
Uit vaste jurisprudentie volgt dat een meerderjarige moet instemmen met de gesloten plaatsing. De kinderrechter stelt vast dat [de minderjarige] zich tegen toewijzing van het verzoek verzet. Uit het dossier wordt echter aannemelijk dat [de minderjarige] , bij wie een lichte verstandelijke beperking, autismespectrumstoornis en PTSS zijn vastgesteld, niet in staat is tot een redelijke beoordeling van haar belangen. Gelet op de grote veiligheidsrisico’s die [de minderjarige] loopt als de gesloten plaatsing niet zou worden verlengd, zal de kinderrechter daarom aan het ontbreken van haar instemming geen gevolgen verbinden.
5.4.
De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. [de minderjarige] worstelt al jaren met dezelfde problematiek en risico’s. [de minderjarige] komt steeds opnieuw in onveilige situaties terecht waarin misbruik van haar wordt gemaakt. De afgelopen jaren wordt gezien dat met elke uitbreiding in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid [de minderjarige] in gevaar komt. Het komt geregeld voor dat [de minderjarige] wegloopt en met zowel mentale als fysieke schade terugkeert. Dit (wegloop)gedrag vertoont [de minderjarige] ook tijdens haar verlofmomenten waardoor de vader en de moeder haar veiligheid niet kunnen waarborgen. Plaatsing van [de minderjarige] op Schakenbosch is daarom noodzakelijk om haar veiligheid te waarborgen. De kinderrechter benadrukt dat dit echter niet genoeg is. [de minderjarige] moet ergens wonen waar aangesloten kan worden bij haar problematiek en waar zij passende hulpverlening kan krijgen en de mogelijkheid heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Voor langere termijn is Schakenbosch daarom geen geschikte locatie voor [de minderjarige] . De kinderrechter vindt het zorgelijk dat de afgegeven WLZ-indicatie te laag lijkt gelet op de ernstige problematiek van [de minderjarige] . De kinderrechter begrijpt dat het voor het college niet eenvoudig is deze opnieuw te laten vaststellen en op korte termijn een passende locatie voor [de minderjarige] te vinden. Mogelijk kan de Wzd ook een oplossing bieden. De kinderrechter is daarom van oordeel dat het noodzakelijk is om [de minderjarige] – voor een korte periode – gesloten te plaatsen op Schakenbosch. Een langere periode dan drie maanden is gelet op het feit dat [de minderjarige] op Schakenbosch geen behandeling krijgt en nauwelijks dagactiviteiten heeft echter niet te verantwoorden.
5.5.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de duur van drie maanden vanaf het moment dat [de minderjarige] achttien jaar wordt en de huidige machtiging vervalt.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 29 juni 2024 tot 29 september 2024;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Tekst