Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[naam verzoeker], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 25 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken tussen verzoekers en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoekers, die asiel aanvragen, hebben beroep ingesteld tegen besluiten van 10 januari 2024, waarin de staatssecretaris heeft besloten de aanvragen niet in behandeling te nemen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling. De verzoekers hebben daarnaast verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak wordt vermeld dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in andere zaken (zaaknummers NL24.1059 en NL24.1061), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De verzoeken om een voorlopige voorziening zijn dan ook afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. R. de Mul als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.