Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 15 februari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank, zittende in Middelburg, doet uitspraak zonder zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had op 16 november 2022 een asielaanvraag ingediend, maar had eerder al een verzoek ingediend in Frankrijk, wat leidde tot een terugnameverzoek dat door Frankrijk werd afgewezen. Op 15 februari 2023 werd eiser door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) toegelaten tot de nationale procedure, waardoor Nederland verantwoordelijk werd voor de behandeling van de asielaanvraag. De wettelijke beslistermijn van zes maanden eindigde op 15 augustus 2023, maar werd verlengd tot 15 mei 2024 door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22. Eiser diende zijn ingebrekestelling op 12 mei 2023 in, terwijl de beslistermijn nog niet was verstreken. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling prematuur was en dat aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb niet is voldaan. Daarom verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.