ECLI:NL:RBDHA:2024:1028

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
NL23.34610
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.P.J.W.M. Govers, had een asielaanvraag ingediend die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling was genomen. De staatssecretaris stelde dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker.

De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn opvangvoorzieningen in Nederland zou kunnen behouden tijdens de beroepsprocedure. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan buiten zitting.

In de uitspraak heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de beslissing op het beroep, dat onder zaaknummer NL23.34609 loopt, reeds was genomen. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.34610

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

In het besluit van 1 november 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen omdat volgens verweerder Frankrijk daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoeker heeft beroep (NL23.34609) ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat hij tijdens het beroep zijn opvangvoorzieningen in Nederland behoudt.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak buiten zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. In de uitspraak van vandaag met zaaknummer NL23.34609 heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Daarom is een voorlopige voorziening niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.