Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het verloop van de procedure
- [naam] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder.
Rechtbank Den Haag
Op 13 juni 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2007. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige. Dit verzoek werd gedaan in het kader van zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die opgroeit in een instabiel gezinssysteem met ernstige spanningen tussen de ouders. De kinderrechter heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige en haar moeder de afgelopen tijd positieve stappen hebben gezet, onder andere door deelname aan het traject bij Yes We Can. De moeder heeft aangegeven dat zij en de minderjarige in staat zijn om zonder jeugdbeschermer verder te gaan, en dat zij vertrouwen hebben in hun eigen kunnen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen over de minderjarige voldoende zijn verminderd en dat zij en haar moeder sterk genoeg zijn om de hulp in het vrijwillige kader voort te zetten. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en de kinderrechter heeft in een persoonlijk bericht aan de minderjarige haar waardering uitgesproken voor de stappen die zij heeft gezet. De kinderrechter heeft het vertrouwen uitgesproken dat de minderjarige en haar moeder in staat zijn om zelfstandig verder te gaan zonder de noodzaak van een jeugdbeschermer.