Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring opgelegd aan een eiser van Algerijnse nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 3 juni 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000, met als doel de identiteit en nationaliteit van de eiser vast te stellen en gegevens te verkrijgen voor de beoordeling van een asielaanvraag. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt.
Tijdens de zitting op 24 juni 2024 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is de staatssecretaris vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de bewaring beoordeeld en vastgesteld dat de staatssecretaris voldoende gronden had om de maatregel op te leggen. Eiser betoogde dat de staatssecretaris had moeten volstaan met een lichter middel, omdat hij familie in Duitsland heeft en daar graag naartoe wil. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat een lichter middel niet mogelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank heeft ook ambtshalve getoetst of de maatregel van bewaring op enig moment onrechtmatig was, maar kwam tot de conclusie dat dit niet het geval was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 juni 2024.