ECLI:NL:RBDHA:2024:1026
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- M.P. Meeuwisse
- R. Muller
- Rechtspraak.nl
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter op 31 januari 2024 uitspraak gedaan over twee verzoeken met betrekking tot de uithuisplaatsing van een minderjarige. Het eerste verzoek, dat betrekking had op de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing, werd niet langer gehandhaafd. Het tweede verzoek, dat om een machtiging tot uithuisplaatsing vroeg, werd toegewezen. De kinderrechter oordeelde dat de machtiging noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige, gezien de zorgen over de opvoedsituatie bij de moeder. Er was geen contact meer tussen de moeder en de minderjarige na een incident tijdens de kerst, en de minderjarige ontwikkelde zich goed bij de pleegouders. De moeder was niet in staat om de zorg voor de minderjarige op zich te nemen vanwege haar verslavingsproblematiek. Daarom besloot de kinderrechter dat het in het belang van de minderjarige was om bij de pleegouders te blijven wonen.
De kinderrechter heeft ook een eerdere beschikking van 1 december 2023 verbeterd, waarin abusievelijk een verkeerde datum was opgenomen voor de verlenging van de machtiging. De kinderrechter heeft deze beschikking verbeterd, zodat de machtiging nu geldig is van 1 december 2023 tot 1 januari 2024. De beslissing werd genomen in het kader van de zorg voor de minderjarige, waarbij de belangen van het kind voorop stonden. De beschikking werd uitgesproken ter openbare zitting, waarbij de kinderrechter werd bijgestaan door de griffier.