Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift tot vernietiging ontslag op staande voet tevens verzoek tot uitbetaling achterstallig loon, ingekomen op 11 oktober 2023;
- het verweerschrift, met (on)voorwaardelijke tegenverzoeken, ingekomen op 17 november 2023;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 12 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
- de akte houdende uitlaten bewijs afkomstig van werkgever, ingekomen 25 januari 2024;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor gehouden op 26 maart 2024;
- de conclusie na enquête afkomstig van werknemer, ingekomen 28 mei 2024.
2.De feiten
3.Het geschil; het verzoek en het verweer
4.Het geschil; de (on)voorwaardelijke tegenverzoeken
5.De beoordeling
Toen ik terugliep naar de keuken greep [werknemer] mij aan mijn trui. […] Ik verweerde mij met mijn armen, waarop hij mijn trui losliet. Bij het loslaten van mijn trui gaf [werknemer] mij een klap. Daarop greep [werknemer] een mes dat in de keuken lag. Dat mes was grijs en ongeveer 40 à 50 cm lang. Met dat mes zwaaide hij in mijn richting en hij riep daarbij: “ik maak je dood, ik maak je open, ik pak je vriend”. Terwijl hij nog met dat mes in zijn hand stond, deed hij een aantal stappen achteruit en daar pakte hij een puntige vijl. Die vijl was langer dan het mes. De chef, die dus ook in de keuken aanwezig was, sprong tussen mij en [werknemer] in. Toch ging [werknemer] door met het zwaaien met het mes en de vijl. Ongeveer op dat moment kwam de heer [naam 3] de keuken binnen vanuit het sushi gedeelte. De heer [naam 3] pakte mij bij mijn arm en trok mij naar de achterzijde van de spoelkeuken.” [naam 2] , die op het moment van de ruzie aanwezig was op de werkvloer, verklaart, voor zover relevant, over het voorval het volgende: “
Op een gegeven moment hoorde ik allerlei geluid uit de spoelkeuken komen. Door de doorzichtige wand kon ik zien wat er gebeurde. Ik zag en hoorde dat [bijnaam] , want zo noem ik de heer [naam 1] , ruzie maakte met de heer [werknemer] die ook in de spoelkeuken aanwezig was. […] Als gevolg van dat geluid ben ik naar de spoelkeuken gelopen. […] Ik heb [werknemer] en [bijnaam] uit elkaar gehaald doordat ik tussen hen in ben gaan staan. Ik zag dat [werknemer] een mes met een scherpe punt uit de keuken haalde. Het mes was een mes waarmee ik vis bereid en dat is minimaal 30 cm lang. [werknemer] rende met het mes naar de richting van [bijnaam] . Ondanks dat ik erg bang was, ben ik erop afgegaan en ik heb dat mes van [werknemer] afgepakt.