ECLI:NL:RBDHA:2024:10223

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
2 juli 2024
Zaaknummer
NL23.25966
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de verzoeker, met V-nummer [V-nummer], op 31 augustus 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, alsook beroep ingesteld onder zaaknummer NL23.25966. Later heeft de verzoeker zowel het beroep als het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om een veroordeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in de proceskosten. De Staatssecretaris heeft echter aangegeven geen aanleiding te zien voor een proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft overwogen dat op het moment van indiening van het beroep en verzoek, er nog geen besluit door de verweerder was genomen. Dit impliceert dat er geen besluit was waartegen beroep kon worden ingesteld. Gezien deze omstandigheden is er volgens de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De rechtbank heeft daarbij artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, evenals artikel 1:3 en artikel 8:1 van de Awb.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht. De rechtbank concludeert dat de verzoeker het beroep niet terecht heeft ingesteld, wat de afwijzing van het verzoek om proceskostenvergoeding rechtvaardigt. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier A.C. Kampschuur, en is op 22 april 2024 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.25966
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. M.H.R. de Boer), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 31 augustus 2023 een verzoek om een voorlopige voorziening (zaaknummer NL23.25967) ingediend en beroep (zaaknummer NL23.25966) ingesteld. Hij heeft het beroep en het verzoek om de voorlopige voorziening nadien ingetrokken een vraagt nu om een veroordeling van verweerder in de proceskosten. Verweerder heeft laten weten hiertoe geen aanleiding te zien.

Overwegingen

Partijen worden niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is.1
Voor de vraag of verweerder de proceskosten van verzoeker moet betalen, is van belang of hij het beroep terecht heeft ingesteld. Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
3. Op het moment dat eiseres haar beroep en verzoek heeft ingediend, had verweerder (nog) geen besluit genomen. Dit betekent er geen sprake was van een besluit waartegen op dat moment beroep kon worden ingesteld.2
4. Eén en ander leidt ertoe dat er voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding is.
1. Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 1:3, en artikel 8:1 van de Awb.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A.C. Kampschuur, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
22 april 2024

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.