ECLI:NL:RBDHA:2024:10220

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
2 juli 2024
Zaaknummer
NL24.21803
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot verantwoordelijkheid Polen

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 23 mei 2024 besloten om de aanvraag van verzoeker niet in behandeling te nemen, met als argument dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Dit besluit heeft geleid tot het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. R.M. Tjong Kim Sang.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 14 juni 2024 behandeld, samen met een andere zaak (NL24.21802). Tijdens de zitting waren zowel de verzoeker als de gemachtigden van de verzoeker en de staatssecretaris aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak in de zaak NL24.21802 al een beslissing genomen op het beroep van de verzoeker. Gezien deze uitspraak is de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom wijst hij het verzoek om voorlopige voorziening af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, als voorzieningenrechter, en is bekendgemaakt op 2 juli 2024. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.21803

uitspraak van de voorzieningenrechter van 2 juli 2024 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. R.M. Tjong Kim Sang),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker vanwege het besluit van 23 mei 2024, waarin de staatssecretaris de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.21802, op 14 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.21802, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.