Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiserV-nummer: [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Turkse nationaliteit, had een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Dit besluit was gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat Duitsland verantwoordelijk is voor de beoordeling van de asielaanvraag, aangezien eiser eerder in Duitsland een aanvraag had ingediend. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 28 juni 2024 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De rechtbank oordeelde dat de besluitvorming van de staatssecretaris voldoende zorgvuldig was en dat er geen risico op onmenselijke behandeling bestond bij overdracht aan Duitsland. Eiser had de gelegenheid om zijn zienswijze te geven, wat hij ook had gedaan, en de rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig tot stand was gekomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees een proceskostenveroordeling af.