ECLI:NL:RBDHA:2024:10198
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende uitstel van vertrek
Op 2 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor uitstel van vertrek, welke op 7 maart 2024 door de staatssecretaris was afgewezen. In het kader van deze procedure heeft verzoekster een verzoek om voorlopige voorziening ingediend, zodat zij de beroepsprocedure in Nederland kon afwachten.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om vrijstelling van griffierecht, dat eerder voorlopig was toegewezen, definitief toegewezen op basis van de financiële situatie van verzoekster. Echter, in de uitspraak met zaaknummer NL24.10523, die op dezelfde dag is gedaan, heeft de rechtbank op het beroep van verzoekster beslist. Hierdoor was de voorlopige voorziening niet langer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.