ECLI:NL:RBDHA:2024:10155
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvragen op grond van verantwoordelijkheid Duitsland
Op 1 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.19300 en NL24.19302, waarin verzoekers, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Schonkeren, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder hebben. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening naar aanleiding van de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris, die heeft gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben op 2 mei 2024 beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. In het verzoek om voorlopige voorziening hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd om een spoedige beslissing, maar de voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak verwijst de voorzieningenrechter naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank op 1 juli 2024, waarin de beroepen van verzoekers zijn afgewezen. Gezien deze eerdere uitspraak heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.