Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Ambtshalve toetsing
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 juni 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser, die op 15 april 2024 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die stelt rechtmatig verblijf te hebben, is op 14 mei 2024 uitgezet naar Pakistan. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de staatssecretaris de bewaring terecht heeft opgelegd, omdat eiser niet rechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opvolgende asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk was verklaard en dat de rechtsmiddelen tegen dit besluit geen schorsende werking hadden. Hierdoor was de staatssecretaris bevoegd om eiser uit te zetten. Eiser heeft ook een verzoek om schadevergoeding ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de bewaring niet onrechtmatig was en heeft het verzoek afgewezen. De rechtbank heeft de gronden van de maatregel van bewaring, waaronder het risico op ontvluchting en het gebruik van valse documenten, als voldoende gemotiveerd beschouwd. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en het beroep ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.