ECLI:NL:RBDHA:2024:10043
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor medische kosten in verband met chronisch vermoeidheidssyndroom
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor medische kosten. Eiser, die bekend is met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) en een autismespectrumstoornis (ASS), had op 16 september 2022 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor kosten van behandeling door het CVS-centrum, het Centrum voor Functionele Geneeskunde (CFG), Thaise massage en verschillende supplementen. Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn heeft deze aanvraag afgewezen, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten medisch noodzakelijk zijn.
De rechtbank heeft op 7 mei 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van het college aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat het aan eiser is om te onderbouwen dat de kosten noodzakelijk zijn. Eiser heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat de kosten voor de behandeling in het CVS-centrum, Thaise massage en supplementen medisch noodzakelijk zijn. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door het college terecht is, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van noodzakelijke kosten in de zin van de Pw.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Paridon en is openbaar uitgesproken op 18 juni 2024.