ECLI:NL:RBDHA:2024:10015
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag voor vreemdelingenrecht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een Iraakse vrouw, tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag van 12 augustus 2022. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag met het besluit van 3 juni 2024 ingewilligd. Eiseres heeft de rechtbank verzocht de staatssecretaris te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat de staatssecretaris inhoudelijk aan het beroep tegemoet is gekomen. Hierdoor heeft eiseres geen procesbelang meer bij een beoordeling van het bestreden besluit, en doet de rechtbank uitspraak zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, hoewel het beroep niet-ontvankelijk is, er aanleiding bestaat om de staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten van eiseres. De rechtbank heeft de proceskosten berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij voor de rechtsbijstand door de gemachtigde een vast bedrag per proceshandeling is vastgesteld. In dit geval bedraagt de vergoeding € 437,50, omdat de zaak als lichtgewicht is aangemerkt. Daarnaast moet de staatssecretaris het door eiseres betaalde griffierecht van € 187,- vergoeden, omdat hij aan het beroep tegemoet is gekomen.
De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard, de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier. De uitspraak is bekendgemaakt op 11 juli 2024.