ECLI:NL:RBDHA:2023:9970
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-regeling
In de zaak tussen een Chinese verzoekster en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 juli 2023 uitspraak gedaan. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Oostenrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-regeling. De verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 28 juni 2023, maar de verzoekster en haar gemachtigde waren niet verschenen, terwijl de Staatssecretaris zich wel liet vertegenwoordigen. Tijdens de zitting werd ook een andere zaak, NL23.14832, behandeld. De voorzieningenrechter heeft in die zaak uitspraak gedaan, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening in deze zaak kwam te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier Z.P. de Wilde. Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.